3.
4
5.
6.
Artikel 3
1.
2.
Artikel 4
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8
9.
ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van de cliënt,
zoals bedoeld in deze verordening in artikel 1, onder a tot en met f het meest doelmatig is
met het oog op duurzame inschakeling in de arbeid.
Het college kan, in afwijking van lid 1 en 2, besluiten een tegenprestatie te vragen voor de
verstrekte uitkering zonder dat hier de aansluiting bij de arbeidsmarkt betrokken is. Het
college werkt de criteria voor het vragen van een tegenprestatie uit in nadere regels.
Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en
voorzieningen.
Het college kan jaarlijks voor 1 augustus de omvang van het in het vierde lid bedoelde
aanbod vaststellen op basis van het beschikbare budget en de samenstelling van het
cliëntenbestand. Hierbij wordt rekening gehouden met het gestelde in artikel 7 van deze
verordening.
In verband met de Europese aanbestedingsregels vindt deze vaststelling uiterlijk 1
augustus van elk jaar plaats.
De dienstverlening genoemd in het eerste en tweede lid wordt in principe ingezet voor
ingezetenen van de gemeente Breda.
Aanspraak/ recht op ondersteuning
Uitkeringsgerechtigden, ANW-ers, Nuggers alsmede personen als bedoeld in artikel 10,
tweede lid van de WWB hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en
op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op
arbeidsinschakeling.
Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze
verordening
Verplichtingen van de cliënt
Personen als bedoeld in artikel 1 onder a en b aan wie door het college een voorziening
wordt aangeboden zijn verplicht hiervan gebruik te maken.
De persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die
voortvloeien uit de WWB, de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, deze
verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden
voorziening heeft verbonden.
Naast de verplichting als genoemd in het eerste lid kan het college verplichtingen
opleggen die strekken tot instroom in algemeen geaccepteerde arbeid.
Het college kan bij uitvoeringsbesluit nadere regels stellen inzake de verplichting als
genoemd in artikel 9, eerste lid van de WWB.
De persoon die gebruik maakt van een door het college aangeboden re-
integratievoorziening is verplicht datgene na te laten dat de realisatie van het doel van de
re-integratievoorziening belemmert.
Indien de in het eerste lid bedoelde persoon niet voldoet aan het gestelde in het eerste tot
en met vijfde lid, kan het college de uitkering verlagen overeenkomstig hetgeen hierover is
bepaald in de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand.
Het niet of onjuist verstrekken van relevante informatie van personen die gebruik maken
van een re-integratievoorziening, leidt tot het weigeren, intrekken of beëindigen van deze
i voorziening.
Indien de persoon, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde
in het eerste tot en met achtste lid, als gevolg waarvan de voorziening wordt beëindigd
wordt ingetrokken kan het college de kosten van de voorziening dan wel een eventueel
verstrekte subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van deze persoon.
Het college kan bij uitvoeringsbesluit met betrekking tot de bevoegdheid als bedoeld in lid
9 nadere regels stellen.
4