Artikel 8 Re-integratietraject
1. Een re-integratietrajecten is primair gericht op inschakeling in algemeen geaccepteerde
arbeid.
2. Voor personen die nieuw instromen in de uitkering en jongeren die aanspraak hebben op
ondersteuning is een leer-werktraject een primaire voorziening.
3. Bij de inzet van re-integratietrajecten wordt een zorgvuldige afweging gemaakt van de
combinatie met zorgtaken.
Artikel 8A Persoonsgebonden re-integratiebudget
Het college kan aan personen, bedoeld in artikel 1onder a tot en met f, een subsidie
aanbieden in de vorm van een persoonsgebonden re-integratiebudget ter voldoening van
noodzakelijke te maken kosten van werkzaamheden gericht op arbeidsinschakeling.
Artikel 9 Leerwerktraject
1Elke nieuw ingestroomde uitkeringsgerechtigde krijgt binnen 1 maand na het ontstaan van
recht op ondersteuning een aanbod voor een Leerwerktraject als bedoeld in artikel 9 lid 1
VWVB gericht op inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op personen ten aanzien van wie het college heeft
bepaald dat een zij ontheven kunnen worden van hun arbeidsverplichting. Conform artikel 5
van deze verordening.
3. Het college kan in individuele gevallen afwijken van het gestelde in het eerste lid.
Artikel 9A Voorbereidingstrajecten voor zelfstandige arbeid
Het college kan aan personen, bedoeld in artikel 1, onder a tot en met g, voorbereidingstrajecten
aanbieden voor zelfstandige arbeid.
Artikel 9 B Arbeidsactivering en - toeleiding
Het college kan aan personen, bedoeld in artikel 1onder a tot en met g, arbeidsactivering en -
toeleiding aanbieden, als onderdeel van een re-integratietraject, gericht op arbeidsinschakeling.
Artikel 10 Werkstages
Het college kan aan personen, bedoeld in artikel 1onder a tot en met g, een werkstage
aanbieden, als onderdeel van een re-integratietraject, gericht op arbeidsinschakeling.
Artikel 10A Participatieplaats
1 Het college kan aan uitkeringsgerechtigden op grond van de VWVB een participatieplaats
aanbieden, als onderdeel van een re-integratietraject, gericht op arbeidsinschakeling
2. Het college verstrekt aan personen, bedoeld in artikel 1 onder a, die onbeloonde additionele
werkzaamheden verrichten conform artikel 10a, zesde lid van de WWB een premie van 2,-
per gewerkt uur uitgekeerd tot het maximum op grond van artikel 31 lid 1 sub j VWVB mag
worden verstrekt.
3. Het recht op een premie als bedoeld in het eerste lid wordt elke zes maanden beoordeeld
4. De premie wordt geweigerd indien bij de beoordeling blijkt dat de belanghebbende de aan de
onbeloonde additionele werkzaamheden verbonden verplichtingen in de voorafgaande zes
maanden heeft geschonden.
5. Voor zover de belanghebbende niet beschikt over een startkwalificatie wordt binnen 6
maanden na aanvang van de onbeloonde additionele werkzaamheden door het college
beoordeeld in hoeverre scholing of opleiding kan bijdragen aan vergroting van de kans op
inschakeling in het arbeidsproces
6