Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 38311]
b. C. H. Voigt
Samenvatting
1. De bestaande rechten zijn niet goed overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Het perceel
had aan de zijde van de Ginnekenweg de bestemming 'Gemengde doeleinden' en aan de
Rozenlaan de bestemming 'Woondoeleinden'. In de bestemming 'Gemengde doeleinden' is vrij
wisselwerking tussen wonen en werken mogelijk. Voor het perceel aan de Rozenlaan dient een
aparte woonmogelijkheid te worden opgenomen en de woning aan de Ginnekenweg moet
gesplitst kunnen worden.
2. Indien artikel 16.4 van de planregels ook gelden voor een aan huis verbonden beroeps- of
bedrijfsactiviteit in de woning dan heeft de indiener hiertegen bezwaar.
3. De indiener van de zienswijze vraagt of het, gelet op artikel 18.2 van de planregels, mogelijk is
om aan de achterzijde een (vergunningsvrije) dakkapel te realiseren. Indien dit niet (direct) is
toegestaan heeft hij hier bezwaar tegen.
4. De indiener van de zienswijze vraagt of artikel 16.2.4 omtrent bestaande garageboxen op zijn
gebouw aan de Rozenlaan van toepassing is. Indien dit het geval is heeft hij bezwaar tegen de
maximale bouwhoogte van 3 meter.
5. Het bestemmingsplan wordt bestempeld als conserverend, echter paragraaf 2.5 geeft aan dat
er ook ontwikkelingen zijn/mogelijk worden gemaakt. De indiener van de zienswijze vraagt of alle
artikel 19 WRO procedures zijn afgerond en onherroepelijk zijn. De indiener van de zienswijze
vraagt zich af of dit aansluit bij het conserverend karakter en of er sprake is van een goede
ruimtelijke onderbouwing.
6. In de toelichting wordt verwezen naar meerdere onderzoeken. Deze hebben volgens de indiener
van de zienswijze niet ter inzage gelegen.
7. De indiener van de zienswijze wijst op het parkeerprobleem in het Ginneken. In het plan wordt
uitgegaan van de parkeernota 'Parkeer- en Stallingsbeleid 2004', terwijl het inmiddels 2011 is. De
indiener van de zienswijze wijst op de verkeerstellingen van begin 2010 en is van mening dat het
bestemmingsplan wat betreft verkeer en parkeren onvoldoende onderbouwd is. Bij wijziging van
het qebruik van het perceel naar beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten of extra wooneenheden
mogen verouderde normen en cijfers geen belemmering opleveren van de ontwikkelmogelijk-
heden.
Beoordeling
Ad. 1.
Het perceel Ginnekenweg 229 loopt door tot aan de Rozenlaan. In het bestemmingsplan Breda-Zuid heeft
het deel gelegen aan de Ginnekenweg de bestemming Gemengde Doeleinden'en de achterzijde gelegen
aan de Rozenlaan 'Woongebied'. Woningvermeerdering is krachtens de planregels van het
bestemmingsplan Breda-Zuid, partiële herziening 2005 niet meer mogelijk voor de bestemming
Woongebied
In de nieuwe bestemmingsplan systematiek is de bestemming 'Gemengde doeleinden' niet langer
aanwezig. Op basis van een inventarisatie is gekeken naar de feitelijke situatie. Het pand aan de
Ginnekenweg is in gebruik als woning. Op basis hiervan is aan het pand de bestemming Wonen
toegekend.
Gelet op het thans geldende gemeentelijk beleid vastgelegd in de Nota 'Koers Gezet wordt bij de
vaststelling van nieuwe bestemmingsplannen woningvermeerdering uitgesloten. De reden hiervoor is dat
de gemeente Breda, gelet op de bevolkingsprognose en het aantal (geplande) woningbouwprojecten,
voldoende woningen heeft. In regionaal verband zijn over het aantal nog te realiseren woningen met de
provincie afspraken gemaakt.
Op basis van het gemeentelijk beleid en de regionale afspraken wordt derhalve in de nieuwe
bestemmingsplannen woningvermeerdering uitgesloten.
Daar komt nog bij dat woningsplitsing aan de Ginnekenweg, mede gelet op de reeds bestaande
parkeerproblematiek in deze straat, niet wenselijk is.
Ad. 2
Artikel 6.4 heeft geen betrekking op de woning maar slechts op de bijgebouwen. Voor de woning geldt dat
een aan huisgebonden beroep rechtstreeks is toegestaan, mits de woning in overwegende mate haar
woonfunctie behoudt (artikel 14 van de planregels).