Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 38311]
Hij verzoekt de goot- en bouwhoogten en bouwdiepte al volgt vast te stellen:
Voor het op de hoek Ginnekenmarkt Postlaan gelegen bouwdeel (tot ca. 8,20 m in de Postlaan) de
goothoogte vast te stellen op de goothoogte, zoals deze sinds de oorspronkelijke bouw in ca 1851 is,
namelijk (ca.) 8,00 m peil; de bouwhoogte te handhaven op 12,00 m peil;
Voor het overige de goot- en bouwhoogte vast te stellen op 9,00 m resp. 13,00 m peil. De
goothoogte van 9,00 m peil is hierbij gelegen tussen de oorspronkelijke, werkelijke goothoogte van
8,00 m peil van het voorste gedeelte van het pand en de op de verbeelding aangegeven goothoogte
van 10,00 m peil van de panden Ginnekenmarkt 3 t/m 6A en Raadhuisstraat 1.
Voor het totaal van de panden geen beperking te stellen aan de bouwdiepte danwel de bouwdiepte
van 15 m ten opzichte van de voorgevelrooilijn ook van toepassing te verklaren ten opzichte van de
langs de openbare weg gelegen (zij)gevelrooilijn aan de Postlaan.
Een en ander mede gelet op de gebruiksmogelijkheden in relatie tot de (plaatselijk) beperkte breedte van
de panden/percelen.
Met betrekking tot de bestemming Waarde - Archeologie maakt indiener de opmerking dat de diepte van
0.30 m het al onmogelijk maakt om een 'normale' (vorstvrije) fundering te vervangen c.q. aan te leggen.
Onder artikel 4.2.1., lid c is aangegeven dat het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan
75%, tenzij op de verbeelding ter plaatse door middel van een aanduiding anders is aangegeven Het
bevreemd indiener dat voor het aan zijn perceel grenzende perceel Ginnekenmarkt 2-2a op de
verbeelding een bebouwingspercentage van 100 wordt toegekend, terwijl dit voor andere
(aanqrenzende) percelen niet het geval is.
Het college heeft bij brief, PBZ/2007/2481/RB/01 van 12 september 2008 aan de eigenaar meegedeeld
'niet bereid te zijn medewerking te verlenen aan het verzoek om vrijstelling' van het bebouwings
percentage.
Het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' bood de mogelijkheid om het bebouwingspercentage uit te breiden
van 60% naar 75%. t
Eerder was de gemeente Breda volgens het 'Ontwerpvrijstellingsbesluit met betrekking tot het
bouwplannummer 2007/2481/16/01 voornemens vrijstelling te verlenen met toepassing van artikel 19, lid
3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 20 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. Daar
het werkelijke bebouwingspercentage 100% zou gaan bedragen, was dit laatste echter niet mogelijk.
Beoordeling
Het is juist dat de panden/percelen van de heer De Kanter de bestemming 'Centrum hebben, echter in
tegenstelling tot hetgeen de heer De Kanter opmerkt is op grond van artikel 4.1 onder h de functie wonen
al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit binnen
deze bestemming mogelijk.
Daarnaast is indien op de verbeelding de aanduiding gestapeld' is opgenomen, het woningtype
'gestapeld' toegestaan. Het gaat in deze categorie niet om bovenwoningen, maar om appartementen^
Dit is echter niet van toepassing op de percelen van de heer De Kanter, maar wel op de appartementen
boven de Albert Heijn aan het Valkeniersplein. Dit is op de verbeelding aangepast.
De gemeente Breda heeft programmatisch gezien nog maar beperkt ruimte voor nieuwe woningen c.q.
woningsplitsing. Daarom is woningvermeerdering in het bestemmingsplan Gmneken niet toegestaan. Ook
wil de gemeente in bepaalde wijken kamerverhuur tegengaan, dus is opgenomen dat de woningen maar
voor één huishouden bestemd is.
Verder is ten aanzien van de percelen in het ontwerpbestemmingsplan bepaald dat het bebouwings-
percentage 100% mag bedragen, de maximale goot- en bouwhoogte op 7 en 12 meter. Naar aanleiding
van de zienswijze wordt de goot- en bouwhoogte gewijzigd door op de verbeelding de maximale goot- en
bouwhoogte te bepalen op respectievelijk 8 en 13 meter
De term voorgevelrooilijn is van toepassing op bebouwing die aan openbare wegen ligt. De Postlaan valt
hieronder. Wat reclamant zijgevel noemt, ziet de gemeente juridisch gezien als voorgevelrooilijn.
Met betrekking tot de opmerking over de dubbelbestemming "Waarde Archeologie kan worden
aangegeven dat het leggen van een vorstvrije fundering niet onmogelijk wordt gemaakt, indien er sprake
is van meer dan 100 m2, dan kunnen deze werkzaamheden slechts plaatsvinden, nadat door middel van
een archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologische waarden worden verstoord.
-13-
