A. Het college van burgemeester en wethouders
Documenten.
Het college respecteert de volledige vrijheid van de raad en de raadscommissies om zelf die stukken
te verzamelen die voor zijn werkzaamheden, beraadslagingen en beoordelingen nuttig en nodig
worden geacht. Die stukken en de vergaderingen waarin deze worden behandeld zijn openbaar tenzij
de raad c.q. de raadscommissies zelf besluiten tot beslotenheid en het opleggen van geheimhouding.
Raadsbrieven zijn hoe dan ook openbaar; deze worden op de website van de gemeente(raad)
gepubliceerd en ter kennisname voor de betreffende raadscommissie geagendeerd.
Maar ook alle andere documenten die het college aan de raad overlegt zijn in beginsel openbaar.
Het college kan de raad over een stuk geheimhouding opleggen op grond van artikel 25 van de
Gemeentewet. Het kan een commissie geheimhouding opleggen op basis van artikel 86, lid 2 van de
Gemeentewet.
Geheimhouding opleggen doet het college in voorkomende gevallen steeds onder verwijzing naar de
limitatief opgesomde belangen die daartoe in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) zijn vermeld.
Die belangen zullen steeds per concreet geval aan de raad worden geduid.
Tot het opleggen van geheimhouding kan volgens de Wet openbaarheid van bestuur alleen worden
overgegaan als het gaat om
bedrijfs- en fabricagegegevens, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk
aan de overheid zijn meegedeeld;
persoonsgegevens als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming
persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke
levenssfeer maakt;
de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties;
de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of
de in de Wob bedoelde bestuursorganen;
de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
het belang, dat de geadresseerde erbij heeft om als eerste kennis te kunnen nemen van de
informatie;
het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid
betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.
Het college zal in voorkomende gevallen altijd duidelijk maken welk document openbaar is en welk
geheim. Als een stuk geheim is dient die term erop te staan; "geheim". In de bijlage behorende bij
deze gedragslijn zijn voorbeelden opgenomen van gevallen waarin tot geheimhouding zou kunnen
worden besloten.
Voor die stukken waarover het college geheimhouding oplegt en die het wel aan de raad of aan de
raadscommissie ter inzage geeft, heeft de raad zelf een procedure voor inzage opgesteld:
In Breda liggen de geheime stukken ter visie bij de raadsgriffiedeze kunnen slechts door
raads- en commissieleden worden gelezen na tekening voor "gezien". Het is daarbij niet
toegestaan uit deze stukken te kopiëren of deze voor inzage mee te nemen buiten de
griffievertrekken en de leeskamer in het Stadhuis.
Procedurele zorgvuldigheid:
Uiteindelijk beslist de raad in zijn eerstvolgende vergadering of de geheimhouding over de
documenten, ten aanzien waarvan het college dus voorlopig" geheimhouding heeft opgelegd aan de
raad, wordt bekrachtigd. Als de raad dat niet doet, vervalt de door het college opgelegde
geheimhouding (art 25, lid 3 Gemeentewet).
Zowel het aangeven van de belangen die zich in het onderhavige geval tegen openbaarmaking
verzetten als het al dan niet bekrachtigen van de geheimhouding is tot op heden in de Bredase
praktijk wellicht niet altijd voldoende expliciet aan de orde geweest. Het college zal deze aspecten in
voorkomende gevallen explicieter onder de aandacht brengen, in de vorm van een raadsvoorstel en
conceptbesluit.
Wanneer het gaat om aan een raadscommissie opgelegde geheimhouding op aan die commissie
Bijlage bij raadsvoorstel 39331