GECONSOLIDEERDE TEKST VAN DE REGELING
De Raad van de gemeente Breda,
gezien het advies van de Commissie Economie,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Breda d.d. 14 februari 2012, met
bestuursnummer 39307,
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8, eerste lid, onderdeel c en 30 van de Wet werk
en bijstand (WWB),
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van
bijstandsgerechtigden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 bij verordening te regelen
besluit vast te stellen de volgende Toeslagenverordening WWB (plus toelichting) Breda 2012.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a de WWB (wet): de Wet werk en bijstand;
b. gezinsnorm: de norm bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de WWB
c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda,
d. toeslag: het hoger vaststellen van de bijstandsnorm voor een alleenstaande of alleenstaande ouders
als bedoeld in artikel 25 van de wet;
e. verlaging: het lager vaststellen van de bijstandsnorm en de toeslag als bedoeld in de artikelen 26
28 en 29 van de wet;
f. woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een
woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, Wet werk en bijstand,
g. woonkosten:
1°. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1,
onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;
2°. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van
de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te
betalen zakelijke lasten en een vast te stellen bedrag voor onderhoud,
h. ouder: de vader of moeder als bedoeld in respectievelijk de artikelen 1.197 en 1 198 van het
Burgerlijk Wetboek,
i. kostganger degene die inwoont bij een belanghebbende op basis van een zakelijke
overeenkomst door het betalen van huur of kostgeld, zonder dat er sprake is van wederzijdse
verzorging.
1 De bepalingen uit deze verordening zijn uitsluitend van toepassing op alleenstaanden en
alleenstaande ouders van 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar en op gezinnen waarvan alle
meerderjarige gezinsleden 18 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar zijn.
2. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 van deze verordening laten de toepassing van artikel 18,
eerste lid, van de WWB onverlet.
HOOFDSTUK 2. VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM
Artikel 3. Hoogte toeslag
1. De toeslag bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de WWB bedraagt 20 procent van de gezinsnorm voor
de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.
2
Artikel 2 ii