Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 39365]
Afwegingen
Ad A. Verkoop gronden in het Stationskwartier aan de Staat der Nederlanden t.b.v. ontwikkeling
van het Gerechtsgebouw
Al geruime tijd is er overleg gaande tussen gemeente en RGD over de ontwikkeling van het nieuwe
gerechtsgebouw op de hoek Stationslaan/Belcrumweg en de overdracht van gemeentelijke gronden aan
het Rijk (RGD).
De kaders voor de ontwikkeling zijn vastgesteld in diverse documenten die randvoorwaardelijk zijn bij de
projectontwikkeling van het gerechtsgebouw.
De RGD is voornemens om een perceel grond in het Stationskwartier te kopen ten behoeve van de
oprichting van een gerechtsgebouw met aanverwante functies van maximaal 35.000 m2 BVO voor een
koopprijs gebaseerd op de aanbiedingsbrief d.d. 7 maart 2007. De koopprijs zal geïndexeerd worden tot
moment van levering. In eerste instantie zal een gebouw van ca. 27.000 m2 met bijhorende voorzieningen
worden ontwikkeld. Met de voorgestelde aankoop van de bouwgrond heeft het Rijk de mogelijkheid om
zonder financiële claims van de gemeente uit te breiden tot 35.000 m2 maximaal Bij een dergelijke
uitbreiding draagt het Rijk zelf zorg voor de invulling van de bijbehorende parkeerbehoefte
Naast toetsing van de plannen dient de gemeente de locatie nog verder bouwrijp te maken, waaronder
de sloop van het laatste deel van het seinhuis (na verplaatsing inhoud naar OVTC), verwijderen restant
ondergrondse nuts infrastructuur, verwijderen baan halfverharding en wijziging bestemmingsplannen
Stationskwartier en -Stationslaan.
Ad B. Aankoop bestaande rechtbank Sluissingel en belastingkantoor Gasthuisvelden.
De gemeente heeft in maart 2007 aan de RGD een brief gestuurd waarin zij de bereidheid heeft
uigesproken betreffende verkoop gronden Stationskwartier en aankoop vertreklocaties tegen boekwaarde
en dat de verkoop van gronden in het Stationskwartier onlosmakelijk is verbonden met koop door de
gemeente van het belastingkantoor en de rechtbank. Afgesproken is dat aankoop van het vastgoed tegen
boekwaarden van de panden en de ondergrond zou plaatsvinden.
Inmiddels is duidelijk wat de exacte hoogte is van de boekwaarden en is een verkenning uitgevoerd naar
de mogelijkheden van de huidige rechtbank en het belastingkantoor
Er is een quick-scan verricht naar de ruimtelijk financiële mogelijkheden van de vertreklocaties
(Gerechtsgebouw en Belastingkantoor) (zie bijlage 5). Er is zowel naar hergebruik van bestaande
gebouwen als naar transformatie van de locaties gekeken. Diverse scenario's zijn globaal uitgewerkt De
twee belangrijkste conclusies zijn:
Hergebruik van de bestaande gebouwen is gezien de uitstraling en bouwkundige staat
voorstelbaar, maar is financieel gezien net zo ongunstig als sloop/nieuwbouw
Voor het gerechtsgebouw geldt bovendien dat het gebouw dermate specifiek is toegesneden op
de functie van rechtbank dat hergebruik nóg ingrijpender maatregelen vergt.
Ook sloop/nieuwbouw van de gebouwen zal verliesgevend zijn.
Transformatie van de locaties levert ook na transformatie een aanzienlijk tekort op De
herontwikkelingsmogelijkheden van het terrein kunnen mogelijk groter zijn als ook het
Seeligterrein hierin betrokken wordt. Dit kan mogelijk leiden tot een gunstiger resultaat.
De mogelijke financiële consequenties zijn opgenomen in bijlage 5.
Voorgesteld wordt om in samenwerking met de RijksVastgoed en OntwikkelingsBedrijf/RVOB een
onderzoek te doen naar de ontwikkelpotentie van de vertreklocaties in samenhang met het Seeligterrein
Hiervoor geeft het College de directeur Ontwikkeling de opdracht om een plan van aanpak op te stellen in
samenwerking met de RVOB om de ontwikkelpotentie van de vertreklocaties in samenhang met het
Seeligterrein te onderzoeken. De (financiële) risico's van de (her)ontwikkeling van de vertreklocaties zijn
dermate groot dat het noodzakelijk is om het hiervoor benodigde programma aan deze lokaties toe te
kennen. Vanwege de centrale ligging van de lokaties in de stad zijn diverse programmatische invullingen
denkbaar en kansrijk. Met name het creëren van ruimte in het stedelijk woningbouwprogramma vanaf
2016 en het betrekken van Seelig-zuid in de ontwikkeling kan leiden tot een behoorlijke beperking van het
deficit.