Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 39365] Boekwaarde vertreklocaties: Gezien de hoogte van de boekwaarde, het feit dat deze boekwaarde hoger is dan het bedrag waarvoor de gronden in het Stationskwartier worden verkocht en de constatering dat de gemeente met de overname van beide panden een flink risico naar zich toe haalt, is de boekwaarde van de rechtbank en het belastingkantoor kritisch bekeken. Op basis van onderzoeken die wij daarvoor hebben kunnen verrichten is geconstateerd dat de boekwaarden weliswaar relatief hoog zijn maar dat deze tot stand gekomen zijn op basis van door het Rijk bepaalde uitgangspunten. Met andere woorden: er is niet toegerekend naar een zo hoog mogelijke boekwaarde die op het bordje van de gemeente terecht kon komen. In de onderhandelingen met de RGD is duidelijk geworden dat aankoop gronden in het Stationskwartier door de Staat onlosmakelijk verbonden is met de verkoop van het belastingkantoor en de rechtbank aan de gemeente. Afzien van aankoop van deze panden door de gemeente of het ter discussie stellen van de hoogte van de boekwaarden heeft tot direct gevolg dat de RGD niet meer bereid is de gronden in het Stationskwartier ten behoeve van de realisatie van het gerechtsgebouw te verwerven. Conclusie: De boekwaarden van de rechtbank en het belastingkantoor zijn kritisch bekeken Gezien de hoogte van de boekwaarde, het feit dat deze boekwaarde hoger is dan het bedrag waarvoor de gronden in het Stationskwartier worden verkocht, wordt geconstateerd dat de gemeente met de overname van beide panden een groot risico naar zich toe haalt, waarbij verkoop/herontwikkeling van de panden naar verwachting tot een tekort zal leiden. Dit risico dient afgezet te worden tegen de verschillende effecten van het eventueel niet bouwen van het Gerechtsgebouw in het Stationskwartier. Het afzettempo van kantoren en de ontwikkeling van het hele Stationskwartier zal hierdoor aanzienlijke vertraging en imagoschade oplopen met bijbehorende financiële gevolgen. Dit zal een dusdanig negatief effect hebben op andere vastgoedontwikkelaars, dat zij wellicht ook terughoudend zullen zijn om in het project te stappen. Tevens zal mogelijk de gevraagde participatie van de Provincie niet meer verleend worden, omdat een belangrijke pijler wegvalt binnen het NSP Breda. Conclusie: Voor de ontwikkeling van het Stationskwartier is de komst van de rechtbank van essentieel belang. Het verkoopcontract voor de gronden in het Stationskwartier is gedeeltelijk gebaseerd op de algemene verkoopvoorwaarden Gemeente Breda 2008. De verkoopovereenkomst voor de vertreklocaties is opgesteld door de RGD op basis van hun standaard verkoopovereenkomst. De overeenkomsten zijn in nauwe samenhang met elkaar ontwikkeld en op elkaar afgestemd. Er zijn twee gronden voor ontbinding in beide contracten opgenomen. Dit betreft; 'de Staat en de Gemeente hebben zonder verplichting tot vergoeding van welk soort kosten of schade dan ook het recht de koop/verkoop overeenkomst tussentijds schriftelijk te ontbinden in geval het bestemmingsplan OVTC en/of het bestemmingsplan Stationslaan is vernietigd: In de koopovereenkomst van de gronden in het Stationskwartier is een kwalitatieve verplichting gevestigd voor een calamiteitenroute evenwijdig aan het spoor ten behoeve van de nood- en hulpdiensten een gedoogplicht ten behoeve van openbare voorzieningen en de openbaarheid van het coulisselandschap. In de nachtperiode en om veiligheidsredenen is de Staat gerechtigd het coulisselandschap tijdelijk af te sluiten. Op alle drie locaties hebben bodemonderzoeken plaatsgevonden en is geconcludeerd dat er vanuit het oogpunt van milieuhygiënische situatie van de bodem geen belemmeringen zijn om tot aan/verkoop over te gaan. Hierbij wordt uitgegaan van functionele geschiktheid van de bodem. Voor de vertreklocaties wordt hierbij uitgegaan van de huidige kantoorfuncties.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 22