Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 39663] 2. Zienswijze dhr. Mulder, Riekeschot Samenvatting 2.a. Reclamant verwijst naar de voorgeschiedenis van deze locatie. De eerder verleende vrijstelling artikel 19 WRO is verleend op 19 augustus 2008 en is nooit gevolgd door een bouwaanvraag. De procedure is dan ook nooit onherroepelijk geworden. De bouwmogelijkheid is dan ook willens en wetens niet meegenomen in het nieuwe plan Ulvenhout. Er is geen sprake van een omissie. Bovendien had de aanvrager, de heer Buise, in het kader van het bestemmingsplan een zienswijze kunnen indienen tegen het niet opnemen van de verleende vrijstelling. Nu dit niet is geschied kan de nu in gang gezette afwijkingsprocedure niet gemotiveerd worden door te verwijzen naar de "omissie" in het bestemmingsplan. Reclamant geeft ook aan dat de aanvrager noch destijds noch nu een concreet bouwplan voor ogen heeft en de afwijkingsprocedure alleen laat voeren vanwege financieel gewin. Er is een overcapaciteit aan woningbouw in de gemeente Breda en de voorgestane ontwikkeling is dan ook niet wenselijk. Beoordeling 2.a. De vrijstelling op grond van artikel 19 WRO is verleend op 19 augustus 2008. Het klopt dat reclamant aangeeft dat, nu de verleende vrijstelling nog niet is gevolgd door een concrete bouwaanvraag, deze procedure niet onherroepelijk is geworden. Dat neemt echter niet weg dat aan een verleende vrijstelling rechten verbonden zijn en de aanvrager een beroep heeft gedaan op dit recht. Naar aanleiding hiervan is geconstateerd dat de mogelijkheid per abuis niet was meegenomen in het bestemmingsplan Ulvenhout. Het doet daarbij niet ter zake dat de aanvrager niet zelf in het kader van dit bestemmingsplan deze omissie onder de aandacht heeft gebracht. De door ons geconstateerde omissie wordt middels het nu voorliggende bestemmingsplan hersteld, nadat wij uiteraard ook opnieuw de planologische aspecten beoordeeld hebben en het nog steeds aanvaardbaar vinden dat op deze locatie 1 vrijstaande woning gerealiseerd kan worden. Samenvatting 2.b. De eventuele woning moet aansluiten bij de bestaande bebouwing en een goothoogte van maximaal 2,80 en een bouwhoogte van maximaal 6 meter krijgen. Daarnaast moet de woning gesitueerd worden in de rooilijn van de naastgelegen woningen en niet naar achteren toe, dit ter voorkoming van aantasting privacy, uitzicht, geluid e.d.. Beoordeling 2.b. De situering van de nieuwbouwwoning, op een afstand van circa 15 meter uit de voorgevelrooilijn, is zo gekozen om op deze wijze zo min mogelijk bomen te hoeven rooien. Het bebouwingsoppervlak is maximaal 10x10 meter en dit is redelijk klein in vergelijking met bestaande panden in de omgeving. Doordat de nieuwe woning 15 meter uit de voorgevelrooilijn komt te staan en daarmee werkelijk "los" staat van de omliggende panden, zijn er stedenbouwkundig gezien geen problemen. Bovendien is de buffer tussen de panden aan het Riekeschot en de nieuwe woning aan de Annevillelaan minimaal 60 meter, waardoor er, ook met een iets grotere nok- en goothoogte ten opzichte van de bestaande woningen, geen aantasting van het woon- en leefgenot zal ontstaan. 3. De gemeenteraad is bevoegd om te besluiten. Volgens artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente bevoegd om het bestemmingsplan Ulvenhout, Annevillelaan naast 146" vastte stellen. Afwegingen De ingediende zienswijzen geven geen aanleiding het plan te wijzigen of niet vast te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 12