Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 39778]
Argumenten
Ontwerpiaarrekeninq 2011
De jaarrekening 2011 is sterk beïnvloed door het feit dat 2011 het eerste begrotingsjaar was van de
RWB In de loop van het jaar kwamen de onduidelijkheden en onverwachte zaken boven water en deze
moesten worden opgelost.
Gebleken is dat in de begrotingen van 2011 en 2012 niet de juiste bedragen voor de personele kosten zijn
opgenomen. De begroting 2011 is een samenvoeging van de begrotingen van de oude regelingen met
toepassing van de efficiëntiekorting. In veel voormalige begrotingen van oude regelingen is sinds 2010
een nullijn gehanteerd.
Dat wil zeggen dat begrotingen vanaf 2010 steeds gestoeld waren op de nullijn van het voorliggende jaar.
Zo heeft de begroting 2009 als basis voor de begroting 2010, respectievelijk 2010 voor 2011 en 2011 voor
2012 gediend. Tevens zijn de kosten voor uitvoering van het sociaal plan en kosten voor de
functiewaardering niet opgenomen). Zo is voor een aantal medewerkers in 2010, ten tijde van de oude
regelingen, een functiewaardering doorgevoerd, die pas in 2011 voor wat betreft de financiële gevolgen
duidelijk werden, maar niet in de samengevoegde oude begrotingen verwerkt zijn. Ook is de overgang
van een aantal medewerkers vanuit de Brabantse Buitensteden niet of onvolledig verwerkt. In totaal is in
de begrotingen van 2011 en 2012 een bedrag van circa 250.000,- niet geraamd Het Dagelijks Bestuur
heeft besloten dit bedrag niet in rekening te brengen bij de gemeenten, maar als extra taakstelling voor de
RWB in de begroting 2013 op te nemen.
De jaarrekening sluit met een tekort van 626.000,-. Dit tekort is als volgt opgebouwd: x 1.000)
Programma Algemeen Bestuur -44
Programma Middelen -145
Programma Sociaal Economische Zaken -488
Programma Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen -116
Programma Mobiliteit -18
Programma Duurzaamheid 151
Programma Kleinschalig Collectief Vervoer 17
Programma Zorg, Welzijn en Onderwijs 0
Een belangrijk deel van het tekort wordt veroorzaakt door het programma Sociaal Economische Zaken (in
2011 gebaseerd op de door het bestuur van SES in juli 2010 vastgestelde begroting) voor een bedrag van
488.000,-. Naast de reeds genoemde oorzaken in de sfeer van loonkosten wordt dit tekort met name
veroorzaakt door:
Een tekort vanuit het oude SES op de eindafrekening van het programma Leren en Werken 3 uit de
jaren 2008-2010 74.000,-);
Niet inbare kosten SES 84.000,-). Het gaat hierbij om een afboeking van enerzijds nog te
ontvangen bedragen en anderzijds nog te betalen bedragen, waarvan de achtergrond niet meer te
achterhalen is;
Niet ingeboekte programmakosten REAP 135 000,-). Het gaat hierbij om de cofinanciering in het
kader van een meerjarige overeenkomst met de provincie Noord-Brabant en de Kamer van
Koophandel, waarmee in de begroting 2011 geen rekening is gehouden;
Niet in rekening gebrachte programmakosten 160 000,-). Het gaat hierbij om kosten waar
weliswaar in de begroting rekening is gehouden, maar welke abusievelijk in 2011 niet bij de
gemeenten in rekening is gebracht. Met dit budget zijn onder andere activiteiten gefinancierd zoals de
werkgelegenheidsenquête, het LEADER programma, uitrol en beheer en onderhoud van het
routesysteem en toeristische projecten.
In de begroting van de RWB zijn geen posten opgenomen om tegenvallers op te vangen. Er is namelijk
door het Algemeen Bestuur een keuze gemaakt om voor de gemeenschappelijke regeling RWB geen
reserves en voorzieningen aan te houden, omdat de gemeenten als eigenaar van de regeling gehouden
zijn om voor de eventuele risico's in de eigen reserves en voorzieningen daar rekening mee te houden.