Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 39565]
Voorgesteld wordt dan ook aan het besluit voor studenteneenheden de volgende categorieën toe te
voegen onder aanpassing van de categorie 2 en 3, waar de studenteneenheden uitgehaald worden,
waarbij voor de hoogte aansluiting is gezocht met de maximale bouwhoogte van woningen:
Het oprichten van maximaal 60 onzelfstandige studenteneenheden, met inbegrip van
bijgebouwen, met een bouwhoogte van maximaal 10 meter;
Het wijzigen of uitbreiden alsmede het gebruiken van een gebouw ten behoeve van maximaal 100
onzelfstandige wooneenheden voor studenten, inclusief gevelwijzigingen, niet zijnde woningen of
zorggerelateerde woningen; bij een combinatie van de categorieën 4 en 5 bedraagt het aantal
eenheden maximaal 100;
Ingeval er sprake is van een combinatie van bestaande bebouwing en nieuwbouw is de maximale hoogte
voor nieuwbouw 10 meter. Nieuwbouw kan zowel vrijstaand als aangebouwd gerealiseerd worden.
Binnen deze randvoorwaarden en na een positief advies uit de intake kan voor dergelijke verzoeken een
omgevingsvergunning worden aangevraagd welke in principe binnen 26 weken verleend kan worden.
Buitengebied
Voor het buitengebied zijn de meest voorkomende verzoeken, die passen in staand beleid en niet strijdig
zijn met de Verordening ruimte in categorieën weergegeven. Verschillende categorieën zijn al eerder
besloten in o.a. de beleidsnota "Functieverruiming buitengebied, vastgesteld door de raad in februari 2007
en de nota "Tijdelijke (werken en) wonen in Breda, door de raad vastgesteld 20 september 2007"
Daar waar de opgenomen categorie aanleiding hiertoe geeft, wordt deze onderstaand nader toegelicht.
Bij categorie 1 moet gedacht worden aan zaken zoals het oprichten van lichtmasten en (kleinschalige)
windmolens.
Bij categorie 2 gaat het om het vergroten van zowel agrarische bedrijfswoningen als burgerwoningen tot
maximaal 750 m3.
Bij categorie 8 gaat het om statische opslag in de vorm van het stallen van caravans, boten, etc. conform
de onderstaande begripsbepaling welke voorkomt in de recente buitengebied bestemmingsplannen.
Statische opslag
Opslag van goederen in een gebouw die geen regelmatige verplaatsing behoeven en niet bestemd zijn
voor de handel danwel worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet agrarisch bedrijf.
III. OVERIG
In het besluit is aangegeven dat:
"een verklaring van geen bedenking is eveneens niet vereist voor aanvragen
a waarvoor reeds een ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd, waaraan de aanvraag voldoet,
b. waarvoor reeds een vrijstelling artikel 19, lid 1 of 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is
verleend;
Ten aanzien van het gestelde onder a. is deze mogelijkheid al rechtstreeks opgenomen in de Wabo
onder artikel 3.3, derde lid het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen indien de activiteit
niet in strijd is met een in voorbereiding zijnd bestemmingsplan
Ten aanzien van de vrijstellingen artikel 19 WRO: deze categorie was opgenomen omdat bij de
inwerkingtreding van de Wabo er een omissie was geconstateerd betreffende vrijstellingen artikel 19
WRO Een verzoek om omgevingsvergunning aangevraagd na de inwerkingtreding van de Wabo en niet
passend in een bestemmingsplan, kon niet worden verleend ook al was er reeds vrijstelling op grond van
artikel 19 WRO verleend. Een dergelijke verzoek kon slechts in procedure gebracht worden middels het
postzegelbestemmingsplan danwel na het doorlopen van een afwijkingsprocedure.
-4-