Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 39840]
Hieraan dient wel de voorwaarde te worden verbonden dat een en ander binnen het bestaande
bouwvolume moet worden gerealiseerd en het niet mogelijk mag zijn dat bij de woning staande
vrijstaande schuren voor dit doel worden aangewend om te voorkomen dat ook ruimtelijk gezien twee
woningen ontstaan Deze voorwaarde is ook in de regels van de betreffende
vrijstellingsbevoegdheid van de partiële herziening vertaald.
In de lijn van dit bestemmingsplan achten wij het ruimtelijk gezien niet wenselijk dat in de schuur een
tweede woning ontstaat.
Vanuit cultuurhistorisch oogpunt kan het echter zijn dat in bepaalde gevallen toch wordt meegewerkt aan
een dergelijk verzoek om cultuurhistorische waarden te beschermen. Hiervan is sprake bij monumenten of
bij gebouwen die anderszins cultuurhistorisch waardevol worden geacht. De betreffende schuur op het
perceel Burgstsedreef 4 is echter niet als monument aangewezen, noch anderszins te beschouwen als
cultuurhistorisch waardevol. Ook vanuit dit oogpunt is er dus geen reden om een splitsingsmogelijkheid op
te nemen voor de schuur.
Ook voorde woning zelf is geen splitsingsmogelijkheid meer opgenomen in het voorliggende
bestemmingsplan, zoals al reeds met terinzagelegging van het conceptontwerp bestemmingsplan op
5 januari 2012 bekend is gemaakt. Beleidsmatig is het niet wenselijk om extra woningen binnen het
plangebied mogelijk te maken In Breda is sprake van een overprogrammering aan woningen tot 2020; in
de bestaande stad is voldoende fysieke ruimte voor ontwikkelingen. Er is echter onvoldoende programma
beschikbaar om de fysieke ruimte in te vullen. De gemeenteraad heeft op 16 december 2010 de nota
'Koers gezet' vastgesteld. Hierin is onder andere aangegeven op welke projecten en gebieden
programmatisch wordt ingezet. Elke extra woning moet gemotiveerd worden en kan alleen als, ruimtelijk
gezien, een verbetering van de locatie optreedt, het algemeen maatschappelijk belang prioriteit heeft en
elders in de stad woningbouwcapaciteit verdwijnt. Daar is op deze locatie op dit moment geen sprake van
Het bestemmingsplan is niet aangepast.
Conclusie:
Op grond van bovenstaande achten wij de zienswijze ongegrond.
4. Tennet
Samenvatting:
Ten behoeve van de bescherming van onder meer de hoogspanningsleiding zijn in artikel 20 regels
opgenomen. Verzocht wordt artikel 20.4 onder c aan te vullen met de bepaling zoals is opgenomen in
artikel 20 3 onder a.
Beoordeling:
Artikel 20.4, onder c, is aangevuld, zodat de vergunning alleen verleend kan worden nadat de
leidingbeheerder een advies heeft afgegeven
De regels van het bestemmingsplan zijn aangepast.
Conclusie:
Op grond van bovenstaande achten wij de zienswijze gegrond
5. J. Franken
Samenvatting:
a In paragraaf 3 3.1 van de toelichting wordt gesproken over '(voormalig) agrarisch gebied' Gevraagd
wordt of de landgoederenzone nu wel of niet agrarisch is, omdat rond Burgstsedreef 6 al tientallen
jaren agrarische activiteiten worden uitgevoerd. Gevraagd wordt of het bestemmingsplan deze
activiteiten (op termijn) onmogelijk maakt,
b. Gevraagd wordt waarom het perceel Burgstsedreef 6 niet wordt aangemerkt als veehouderij
Beoordeling:
Ad a+b.
In het verleden was een groter deel van de landgoederenzone in gebruik als agrarisch gebied. Een deel
daarvan is thans nog in gebruik als agrarisch gebied. De toelichting in paragraaf 3 3 1 is aangepast.
Op en rond de gronden van indiener vinden bijvoorbeeld nog agrarische activiteiten plaats. Op verzoek
van indiener is daarom de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden
toegekend aan het betreffende perceel in plaats van de bestemming 'Wonen