Gemeente Breda
Raadsbesluit Registratienr: 39840]
Aantal bijlagen: -1 -
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op artikel 3.1 van de Wet Ruimtelijke Ordening;
besluit:
1. - zienswijzen 4 en 5 gegrond te verklaren;
zienswijzen 2 en 7 deels gegrond en deels ongegrond te verklaren;
zienswijzen 1, 3, 6 en 8 ongegrond te verklaren;
2. tot de volgende wijzigingen in de toelichting:
- in paragraaf 2.5 de stand van zaken omtrent winkelcentra De Berg en De Donk aan te passen;
- In paragraaf 3.3.2 is vermeld dat op 1 juni de Verordening ruimte 2012 (actualisatie van de
Verordening ruimte Noord-Brabant) in werking is getreden. De tekst met betrekking tot de oude
verordening is geschrapt;
paragraaf 5.3 is aangepast naar aanleiding van wijzigingen in de regels;
herstel van type- en schrijffouten.
3. tot de volgende wijzigingen in de planregels:
- In artikel 1lid 1 4, de woorden "of bij" te schrappen;
- In artikel 1lid 1.25, te verplaatsen na lid 1.22, zodat de begrippen in alfabetische volgorde staan;
In artikel 1onder vernummering van 1.51 t/m 1.98 naar 1.52 t/m 1.99, 1.61 t/m 1.99 naar 1.62 t/m
1.100 en 1.75 t/m1.100 naar 1.76 t/m 1.101 drie begrippen toe te voegen, luidende:
1.51 Glastuinbouw
een agrarische activiteit waarbij de productie geheel of overwegend plaatsvindt in kassen
1 61 Intensieve veehouderij
een bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op
het houden van dieren, zoals rundveemesterij (exclusief vetweiderij), varkens-, vleeskalver-,
pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard
daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen
1.75 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt,
In artikel 3, lid 3.1, onder a de woorden "welke is" te vervangen door "en agrarische
bedrijfsuitoefening, uitgezonderd intensieve veehouderijen, glastuinbouwbedrijven en niet-
grondgebonden agrarische bedrijven, die zijn";
In artikel 3, lid 3.2.1 te schrappen en te vervangen door:
3 2 1 Algemeen
a. Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd.
b. In afwijking van onderdeel a zijn gebouwen, in de vorm van een kijkhut en daarmee
vergelijkbare gebouwen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik tot een maximale
oppervlakte van 20 m2 en een maximale bouwhoogte van 2 meter en erf- en
terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 1,5 meter, buiten het bouwvlak toegestaan.
c. Per bouwvlak is maximaal één agrarisch bedrijf met één bedrijfswoning toegestaan.
d. Met betrekking tot het bouwen van gebouwen groter dan 100 m2 wordt, voordat een
omgevingsvergunning wordt verleend, advies ingewonnen bij de Adviescommissie Agrarische
Bouwaanvragen met betrekking tot de noodzakelijkheid van de gebouwen.
In artikel 3, twee nieuw leden 3.2.2 en 3.2.3 toe te voegen, luidende:
3.2.2 Gebouwen
a. De inhoud van een bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen.
b. De goothoogte van gebouwen mag maximaal 7 meter bedragen.