Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 39930]
Landelijk woedde eveneens een discussie over specialistische RUD's die belast zouden worden met het
toezicht op BRZO bedrijven. Er werd uitgegaan van 5 BRZO-RUD's, die de BRZO-taken van alle RUD's
zouden uitvoeren; het voornemen was de BRZO-taken van de provincie Noord-Brabant buiten Noord-
Brabant te laten uitvoeren. Dit werd door de Noord-Brabantse partners als onwenselijk geacht. De grote
concentratie BRZO-bedrijven in West-Brabant en de goede samenwerking met de Veiligheidsregio
Midden- en West-Brabant waren voor de Brabantse bestuurders aanleiding om er voor te pleiten een 6
BRZO-RUD in Noord-Brabant te lokaliseren in de RUD in Midden- en West Brabant.
Na een gesprek tussen vertegenwoordigers uit Noord-Brabant en het l&M verklaarde l&M in te kunnen
stemmen met een BRZO-RUD in Noord-Brabant op voorwaarde dat de Noord-Brabantse gemeenten het
landelijk basistakenpakket zouden inbrengen in de RUD's.
In de Brabant brede Bestuurlijke Regiegroep is op 25 januari 2012 het gezamenlijke en breed gedragen
besluit genomen dat alle gemeenten in Noord-Brabant minimaal het landelijk basistakenpakket zouden
inbrengen mits het kabinet zou instemmen met een 6e BRZO-RUD in de RUD Midden- en West Brabant.
Bij brief van 28 februari 2012 heeft Staatssecretaris Atsma aan Gedeputeerde staten van Noord-Brabant
laten weten dat hij hiermee instemt.
Breda is steeds voorstander geweest van de keuzevrijheid van de individuele gemeenten en provincie
over de in te brengen taken en heeft als uitgangspunt gehad alleen het minimale takenpakket conform het
rapport "Van Brabants bont naar Brabants Maatwerk" in te brengen. Dit omdat het in eerste instantie
onduidelijk was welk effect het uitbesteden van deze taken zou hebben op de gemeentelijke processen.
Immers, Breda heeft tot op heden aangetoond de milieutaken zelf en op niveau van de landelijke
kwaliteitscriteria te kunnen uitvoeren.
Gelet op het grote belang dat een BRZO-RUD in Midden- en West-Brabant voor de (samenwerking met
de) Noord-Brabantse partners in het algemeen en de regio Midden- en West-Brabant in het bijzonder
betekent, is door ons op 31 januari 2012 besloten om naast het minimale landelijke basistakenpakket ook
taken ten aanzien van bodem, horecaklachten en ketentoezicht in de RUD Midden en West Brabant
onder te gaan brengen.
De Gemeenschappelijke regeling (GR)
De Omgevingsdienst is een nieuwe organisatie, waarin bepaalde zogenaamde VTH-taken (taken op het
gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) van gemeenten en provincie worden
ondergebracht, vooral op het gebied van milieu.
De bestuurlijk-juridische verankering van de Omgevingsdienst vindt plaats op basis van een
gemeenschappelijke regeling en individuele dienstverleningsovereenkomsten met de deelnemers
(gemeenten en provincie). De nieuwe organisatie krijgt rechtspersoonlijkheid, middelen en personeel en
zal worden gehuisvest in Tilburg
In de gemeenschappelijke regeling zijn vooral bepalingen opgenomen over de organisatorische inrichting
van de Omgevingsdienst en de beoogde werkwijze. Daarnaast is ook vastgelegd dat afspraken kunnen
worden gemaakt over het inbrengen van takenpakketten en dat een dienstverleningsovereenkomst zal
worden vastgesteld. Ondersteuning bij crisisbeheersing en repressie buiten kantoortijden is bewust niet
opgenomen in de GR. Samen met de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en de Omgevingsdienst
wordt gekeken welke organisatievorm hiervoor het meest geschikt is; op dit moment wordt bekeken in
hoeverre over dit onderwerp bepalingen kunnen worden opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst
Het gaat om een gemeenschappelijke regeling tussen colleges, maar op grond van de Wet
gemeenschappelijke regelingen moeten gemeenteraden toestemming geven.
Het Bedrijfsplan van de Omgevingsdienst
De Omgevingsdienst heeft een bedrijfsplan opgesteld. Dit bedrijfsplan beschrijft de beleidskaders van de
voorgenomen inrichting van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Meer specifiek is het
volgende beschreven:
Visie, profiel en identiteit;
Takenpakket en indicatie formatie;
Financiën (globaal);
Juridische verankering;
Organisatievorm;
Rollen van opdrachtgever en opdrachtnemer;
Kwaliteitsaspecten;
Informatievoorziening en ICT;
-2-