Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 40215]
Argumenten
Bij de redactie van de verordeningen is rekening gehouden met de volgende besluiten en uitgangspunten:
De bij de vaststelling van de belastingverordeningen 2012 genomen raadsbesluiten om
gedurende meerdere jaren een aantal tarieven leges en precariobelastingen extra te verhogen ter
dekking van de daarmee samenhangende kosten;
de afvalstoffenheffing te verlagen met 5% en de rioolheffing te verhogen met 6,01%, waardoor in
combinatie met de stijging van de OZB met 6,2% de totale woonlastendruk voor 2013 niet meer
stijgt dan met 1% zoals in de Voorjaarsnota 2012 is neergelegd;
de adviezen en voorstellen van de Belastingsamenwerking West-Brabant ter uniformering van de
door de BWB uit te voeren verordeningen en om een gecombineerde heffing met de
waterschapsbelastingen mogelijk te maken;
de meest actuele Modelverordeningen van de VNG, waarin wetswijzigingen en jurisprudentie zijn
verwerkt;
uit te gaan van integrale belastingverordeningen, en dus geen wijzigingsverordeningen aan uw
raad voor te leggen, tenzij dit om fiscaal- of formeel-juridische redenen niet anders kan. Voor
2013 betekent dit alleen een wijzigingsverordening voor de Verordening BIZ Steenakker 2012,
welke is gebaseerd op de Experimentenwet Bedrijven Investerings Zones. Tariefwijzigingen
kunnen tijdens de werkingsperiode van de Experimentenwet alleen via wijzigingsverordeningen.
Per belastingsoort zal hierna kort worden ingegaan op belangrijke aspecten.
Onroerende-zaakbelastingen 2013
In de verordening OZB 2013 zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht, enerzijds als gevolg van
gewijzigde regelgeving en anderzijds op advies van de BWB.
Daarnaast zijn in de thans voorgestelde verordening de tarieven gewijzigd.
De berekening van de tarieven vindt plaats op basis van:
de geprognosticeerde WOZ-waarden voor 2013, berekend op basis van de objectafbakening,
objectkenmerken en de marktinformatie (koop- en huurcijfers rond 1 januari 2012);
- de areaaluitbreiding 2013 (in 2012 gerealiseerde nieuwbouw);
de voor 2013 in de begroting opgenomen netto OZB-opbrengst ad 32.400.000 waarin een
verhoging van 6,2% voor 2013 en de geraamde areaaluitbreidingen zijn begrepen;
de opbrengstverdeling overeenkomstig voorgaande jaren tussen woningen en niet-woningen, en
binnen de niet-woningen tussen eigenaren- en gebruikersheffing, zodat geen lastendruk
verschuivingen tussen deze categorieën optreden;
gevolgen waardebezwaarschriften (inschatting waarde-effecten 2012 en 2013);
- leegstand niet-woningen (aanname op basis van ervaringscijfers);
vrijstelling woondeel in niet-woningen (conform voorschrift Gemeentewet);
oninbare posten (voor eigenarendeel 0,15% en voor gebruikersdeel 0,3%), op basis van
ervaringscijfers.
De nieuwe tarieven komen tot stand door de te behalen opbrengst per categorie (eigenaren woningen
eigenaren niet-woningen en gebruikers woningen te delen door de totale waarde per categorie.
Voorgesteld wordt de tarieven voor 2013 op basis van deze berekeningen en controles als volgt te
bepalen:
belastingplicht tarief
woningen eigenaren 0,0974%
niet-woningen eigenaren 0,1576%
niet-woningen gebruikers 0,1260%
