Gemeente Breda
-1-
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting Breda 2013.
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden
van een hond binnen de gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht
1Belastingplichtig is de houder van een hond.
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich
heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
3 Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het
houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de
Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor honden:
a. die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een
blind persoon worden gehouden;
b. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een
gehandicapt persoon worden gehouden;
c. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en
kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5,
tweede lid, van genoemd besluit;
d. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als
bedoeld in artikel 1, onder b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is
opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit,
e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden
gehouden;