Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40226]
Conclusie
Op grond van het bovenstaande is de zienswijze ongegrond.
5. K. Maas, Torpa Breda BV, 't Sas
Samenvatting
Indiener verwijst naar de beantwoording van zijn inspraakreactie in paragraaf 7.2.2 van de toelichting.
Hierin wordt gesteld dat het ontbrekende gedeelte achter het pand Havermarkt 21 op de verbeelding
wordt aangepast. Dit is in het ontwerp echter niet gebeurd.
Beoordeling
Abusievelijk is de bestemming achter het pand Havermarkt 21 niet aangepast in het
ontwerpbestemmingsplan. Dit gedeelte krijgt alsnog de bestemming 'Centrum-4'.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande is de zienswijze gegrond.
6. De Oude Veste CV, eigenaar van Oude Vest 1-5
Samenvatting
a. Voor het perceel van indiener is in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming Gemengd-1
opgenomen. Gesteld wordt dat wonen op de verdieping ongeclausuleerd mogelijk moet zijn, zoals ook
in het vigerende bestemmingsplan is toegestaan. De regeling in het ontwerpbestemmingsplan dat per
bouwlaag maximaal één woning of 4 onzelfstandige woningen is toegestaan is willekeurig Geen
rekening wordt gehouden met de grootte van de bouwlaag.
b. De functie openbaar parkeren moet voor het achter c.q. naast het pand gelegen parkeerterrein worden
opgenomen. In het ontwerpbestemmingsplan is slechts sprake van 'bijbehorend' parkeren, terwijl het
parkeerterrein geëxploiteerd wordt als commerciële parkeervoorziening.
Beoordeling
Ad a.
In het ontwerpbestemmingsplan Binnenstad is woningvermeerdering in principe uitgesloten, waar dit in
het vigerende bestemmingsplan Binnenstad uit 1995 wel was toegestaan. Dit vloeit voort uit de nota
'Stedelijke programmering 2020, Koers gezet', die op 16 december 2010 door de gemeenteraad is
vastgesteld. In vervolg hierop heeft het college op 8 mei 2012 de '2e Voortgangsrapportage stedelijke
programmering' vastgesteld Uit 'Koers gezet' blijkt onder andere dat sprake is van een
overprogrammering aan woningen en een kwalitatieve mismatch in woningbouwplannen. Een actie die
hieruit voortvloeit is het terugbrengen van de bestemmingsplancapaciteit. Uitgangspunt voor nieuwe
bestemmingsplannen is dat het toevoegen van extra woningen niet zonder meer zal zijn toegestaan.
In het nieuwe bestemmingsplan Binnenstad is woningvermeerdering om die reden in principe uitgesloten
Een uitzondering geldt voor de woningen die mogen worden toegevoegd boven winkels. In 'Koers gezet'
is voor de binnenstad aangegeven dat het principe 'wonen boven winkels' mag worden voortgezet om de
leefbaarheid en dynamiek in de binnenstad te behouden en te verbeteren. Dit betekent dat de komende
jaren vooral in het stadshart nog extra woningen kunnen worden gerealiseerd. Het toevoegen van extra
woningen dient niet ongebreideld te gebeuren. In de binnenstad is het wenselijk om een bepaalde mate
van (woon)kwaliteit te behouden en te bevorderen. Het toevoegen van te veel en te kleine woonruimten
kan daarbij onwenselijk zijn.
In het voorliggend bestemmingsplan wordt 'Wonen boven Winkels' daarom slechts onder voorwaarden
rechtstreeks mogelijk gemaakt. Opgenomen is dat in de bestemmingen 'Centrum' en 'Gemengd' op elke
bouwlaag van een pand maximaal één woning of maximaal 4 onzelfstandige studenteneenheden
aanwezig mogen zijn. Dit betekent dat waar nu geen woning aanwezig is, maar bijvoorbeeld opslag van
de aanwezige onderliggende winkel, er alsnog rechtstreeks één woning of maximaal 4 onzelfstandige
studenteneenheden per verdieping kunnen worden gerealiseerd. Indien aanvaardbaar, kan voor
initiatieven van meer dan één woning of 4 onzelfstandige studenteneenheden per bouwlaag, een separate
procedure worden gevoerd. Hierbij wordt het initiatief beoordeeld in het licht van een goede ruimtelijke
ordening. Zo vindt een belangenafweging plaats waarbij onder andere wordt gelet op ligging,
woonkwaliteit, relatie met de omgeving en parkeermogelijkheden.
-4-