Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40226]
9. V. Rietveld, Grote Markt 33
Samenvatting
De heer Rietveld verzoekt om winterterrassen/serres mogelijk te maken aan de gehele westzijde van de
Grote Markt. De ondernemers aan de oostzijde (zonzijde) die wel een winterterras hebben, zijn nu ten
onrechte in het voordeel. Omdat de huidige marktopstelling tegenwoordig minder ruimte in beslag neemt,
ondervinden de marktkooplui geen overlast van de winterterrassen/serres. Bovendien doet zich nu de
kans voor om uniforme winterterrassen/serres te realiseren, die niet ontsierend zijn.
Beoordeling
Aan de oostzijde van de Grote Markt is bij een aantal horecagelegenheden een zogenaamd winterterras
gerealiseerd. Deze terrassen vinden hun oorsprong in een raadsbesluit tot legalisatie uit 1995. Bij
raadsbesluit van 23 februari 1995 (948504839) zijn slechts aan de oostzijde van de Grote Markt bij
expliciet genoemde adressen winterterrassen toegestaan. Het besluit tot aanwijzen van winterterrassen
maakte onderdeel uit van het besluit tot herinrichting van de Grote Markt en Kasteelplein. Over deze
herinrichting is destijds veel overleg gevoerd met de diverse belangengroeperingen in de binnenstad. Het
aantal terrassen is beperkt vanwege de belangen van de marktkooplui en vanwege de beeldkwaliteit van
de panden op de Grote Markt. Door de gemeenteraad is destijds expliciet aangegeven dat verdere
uitbreiding van het aantal winterterrassen voorkomen dient te worden.
In de Visie openbare ruimte 2020 (2009), waarin het principe van de Gedeelde Ruimte centraal staat, is
dit standpunt nogmaals vastgelegd. Permanente winterterrassen zijn met deze visie in strijd.
De Visie gaat uit van het principe dat de openbare ruimte een gebruiksruimte is die door alle inwoners van
Breda gebruikt moet kunnen worden Aan die openbare ruimte worden drie kernwaarden toegekend. De
openbare ruimte is een 'gedeelde ruimte', waarin alle typen gebruik een plaats moeten kunnen vinden en
waarbij een scheiding van die gebruikssoorten zo veel mogelijk wordt voorkomen. De openbare ruimte is
een 'herkenbare ruimte', waarin de vormgeving en inrichting duidelijk maakt wat de betekenis van de plek
is in het maatschappelijk leven. De openbare ruimte is een 'duurzame ruimte', waarin inrichting en beheer
van de ruimte bijdraagt aan de milieudoelstelling van de stad De openbare ruimte is dus van iedereen, nu
en in de toekomst.
Permanente winterterrassen zijn niet wenselijk vanwege het feit dat ze in strijd zijn met de kernwaarde
'gedeelde ruimte'. Hierdoor is de openbare ruime niet meer openbaar en daarmee 'gedeeld'. Tevens
wordt de herkenbaarheid van de panden aangetast.
Uitbreiding van het aantal winterterrassen, in welke vorm dan ook, is derhalve niet gewenst en wordt niet
mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan. Paragraaf 2.3.2. van de toelichting is op dit punt verduidelijkt
en overeenkomstig het bovenstaande aangepast.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande is de zienswijze ongegrond.
10. H. Boomer, Boschstraat 64, 66 en 68
Samenvatting
Indiener merkt op dat op zijn perceel Boschstraat 64, 66 en 68 een maatvoeringsvlak ligt met een
minimum en maximum goothoogte. In het ontwerpbestemmingsplan valt een gedeelte van de bestaande
bebouwing buiten het maatvoeringsvlak. Verzocht wordt om de bestaande bebouwing volledig binnen het
maatvoeringsvlak te laten vallen in verband met mogelijke verbouwingsplannen in de toekomst.
Beoordeling
Binnen het maatvoeringsvlak mag in twee bouwlagen worden gebouwd, buiten het maatvoeringsvlak
(maar binnen het bouwvlak) in één bouwlaag. De begrenzing van het maatvoeringsvlak is gebaseerd op
de gemiddelde bouwdiepte van de bestaande bebouwing in de directe omgeving. Het is
stedenbouwkundig gezien niet wenselijk dat het hele bouwvlak in twee bouwlagen bebouwd wordt. Dit is
te hoog in relatie tot de omgeving. Het verzoek om het maatvoeringsvlak aan te passen, dus om
uitbreiding van de bebouwing in twee bouwlagen toe te staan, kan om die reden niet worden
gehonoreerd. De bestaande hogere bebouwing die buiten het maatvoeringsvlak valt, mag uiteraard wel
worden gehandhaafd.
-7-