Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40043] B. Verbeelding De aanduiding "specifieke bouwaanduiding" wordt niet meer opgenomen. De aanduiding (g), groen is binnen de woonbestemming opgenomen. C. Toelichting In hoofdstuk 3, Beleid, is paragraaf 3.2. Rijksbeleid, aangepast en aangevuld met het meest recente beleid. De tekst van de "nota ruimte" is vervangen door de tekst van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. In paragraaf 3.3. Provinciaal beleid is onder Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de Verordening ruimte het recente beleid verwoord. In paragraaf 3.4. Gemeentelijk beleid, is het recente beleid Woonvisie Breda 2007-2010 verwoord en verwijderd is paragraaf "Gebiedsdoelen Wonen". In hoofdstuk 4, doelstellingen van het bestemmingsplan, is in paragraaf 4.2 Stedenbouwkundige opzet de beschrijving van het plan aangepast aan de doorgevoerde wijzigingen, vooral voor wat betreft het weglaten van de 26 bouwlaag en de grotere omvang van de kavels. In hoofdstuks Milieu en Landschap, is in de tekst van paragraaf 5.2 voor wat betreft het verkennend bodemonderzoek aangegeven dat in het kader van de omgevingsvergunning voorde woningen het bodemonderzoek geactualiseerd moet worden. Tevens is in paragraaf 5.6, geluid, de tekst geactualiseerd in verband met het schrappen van de mogelijkheid van de 2e bouwlaag. Voorts is op 3 december 2012 geactualiseerd het onderzoekQuickscan Flora en Fauna, locatie Gilzeweg 14, Bavel door IJzermans Advies d.d 7 januari 2009". Juridisch Na vaststelling van het bestemmingsplan door de raad zal het bestemmingsplan gepubliceerd worden en kunnen belanghebbenden gedurende 6 weken hiertegen een beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op grond van artikel 3 8, vierde lid, Wet ruimtelijke ordening kan het vaststellingsbesluit pas na 6 weken worden gepubliceerd omdat de Provincie en de VROM-inspectie in de gelegenheid gesteld dienen te worden om te beoordelen of de wijzigingen ten opzichte van het ontwerp in overeenstemmin zijn met hun beleid. Financieel De Wet ruimtelijke ordening (Wro) maakt met het bepaalde in afdeling 6.4 het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten wanneer deze planologisch mogelijk worden gemaakt in een bestemmingsplan. Bovendien is een exploitatieplan nodig als locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningcategorieën) gesteld moeten worden en het bepalen van een tijdvak of fasering noodzakelijk is. Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de exploitatiekosten over de gronden anderszins verzekerd is, (bijvoorbeeld via een overeenkomst). De realisatie van de voorgenomen ontwikkeling is alleen mogelijk door aanpassing van het planologische regime. De initiatiefnemer is financieel drager van het project. De bouw vindt plaats op particulier terrein en er hoeven derhalve geen kosten gemaakt te worden ten behoeve van de aanpassing van de openbare ruimte De gemeente beperkt zich tot het verlenen van planologische medewerking aan de uitvoering van het project en draagt geen financiële risico's voor de realisatie Op basis van het bovenstaande is voor het onderhavige bestemmingsplan geen aanleiding tot kostenverhaal middels een exploitatieplan en is er dan ook geen verplichting om tegelijkertijd met het plan een exploitatieplan op te stellen. -15-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 41