Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 39984] Het Beleidsplan Buitenreclame is een instrument voor vergunningverleners om een bepaald reclameobject te kunnen beoordelen in de context van alle reclame-uitingen inde buitenruimte. Het is ook een instrument voor beheerders van reclamecontracten om te bepalen waar en in welke hoeveelheid bepaalde reclameobjecten kunnen worden geplaatst (of juist niet kunnen worden geplaatst). En ten slotte is het een instrument voor toezichthouders en handhavers om te beoordelen of een bepaald object in een specifieke situatie is toegestaan. Uitvoering van het besluit Wanneer de gemeenteraad het beleidsplan heeft vastgesteld, is dit beleidsplan de basis voor komende aanbestedingen voor nieuwe contracten, basis voor vergunningverlening en handvat bij toezicht en handhaving. Tegelijkertijd wordt aan de raad de tweede wijziging van de Buitenruimteverordening Binnenstad (BRV) 2005 ter vaststelling aangeboden. Ondermeer wordt voorgesteld om de artikelen 14, 15 en 16 zodanig te wijzigen dat het plaatsen van terrasschermen in de Nieuwe Haven en het aanbrengen van subtiele reclame op terrasschermen en parasols in de gehele binnenstad mogelijk is. Na vaststelling zullen ondernemers benaderd worden (schriftelijk, via bijeenkomsten en via de pers) om ongewenste reclame-uitingen c.q. reclame-uitingen op een niet gewenste plaats te verwijderen. Daarna volgt handhaving. Daarbij zal naast de reguliere handhavingactiviteiten door diverse gemeentelijke afdelingen, ook hulp worden gevraagd van de diverse reclame-exploitanten die nu ook al opdracht hebben om illegale reclame-uitingen te verwijderen. Argumenten In de evaluatie wordt geconcludeerd, dat het reclamebeleid sterk versnipperd is over diverse beleidsdocumenten en diverse verordeningen. Bovendien houden veel directies en verschillende afdelingen zich bezig met reclame (beleid, contracten, vergunningen, toezicht en handhaving). Dit verklaart waarom in het verleden beleidsdoelen niet volledig werden gehaald. De versnippering van de Bredase reclamewereld is niet handig voor burgers en ondernemers, maar is ook niet handig voor vergunningverleners en handhavers. Verder wordt geconcludeerd dat het reclamebeleid van 1999 totaal geen rekening houdt met nieuwe ontwikkelingen en daarom achterhaald kan worden genoemd. Een aantal niet geheel gerealiseerde beleidsdoelen verdient het om, soms met een iets andere invulling, ook bij nieuw reclamebeleid te worden opgevoerd. In het nieuwe reclamebeleid gaat het om de kwaliteit van de buitenruimte en om het efficiënt en effectief omgaan met regels en reclamecontracten. Relatie tussen kunst, architectuur en reclame Dit beleidsplan gaat over reclameobjecten die ook 100% bedoeld zijn als reclameobject, niet over vormen van architectuur en kunstzinnige uitingen in de buitenruimte waarbij gebruik gemaakt is van reclame elementen. Dit beleidsplan gaat ook niet over historische reclame-uitingen waarbij de reclamewaarde inmiddels niet meer relevant is, maar die historisch gezien wel waarde hebben. Eisen die in dit beleidsplan aan reclame-uitingen worden gesteld, gelden niet voor kunstzinnige/culturele uitingen, mits (verkeer)veiligheid, toegankelijkheid en schade aan groen en bomen niet in het geding zijn. Kwaliteit Het nieuwe reclamebeleid sluit naadloos aan op de drie kernwaarden van de in 2009 vastgestelde Visie Openbare Ruimte Breda 2020, te weten: gedeeld, herkenbaar en duurzaam. In relatie tot "herkenbaarheid" wordt Breda in drie zones verdeeld: reclame zones (bedrijventerreinen, winkelcentra en hoofd- en verzamelgebieden), de historische binnenstad, en de reclame arme zones (woongebieden, groen-en recreatiegebieden, beschermde stads-en dorpsgezichten inclusief toekomstige beschermde gebieden). Zeker bij reclame-uitingen ten behoeve van de promotie van Breda is het van belang om tot uiting te laten komen dat Breda een stad van beeldcultuur is. Gestimuleerd moet worden, dat de stad via bepaalde stijlbeelden haar eigen identiteit uitdraagt. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 71