Gemeente Breda vv Raadsbesluit Registratienr: 40505] 2. de woning geschikt blijft voor zelfstandige bewoning 3. maximaal 250 m2 bebouwing voor deze functie mag worden gebruikt met dien verstande dat de resterende bijgebouwen dienen te worden gesloopt voor zover dit geen cultuurhistorisch waardevolle bebouwing betreft; 4. de woning of het bijgebouw ten behoeve van deze functie niet mag worden uitgebreid; 5. de agrarische bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven niet worden beperkt; 6. de te ontwikkelen activiteiten geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben in die zin dat er in de openbare ruimte geen aanvullende verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn, dan wel dat de verkeersveiligheid ter plaatse niet in het gedrang komt; b. voor het (ver)bouwen tot en/of het gebruiken van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte in het kader van de mantelzorg met dien verstande dat: 1. maximaal 75 m2 van het bijgebouw hiervoor mag worden aangewend; 2. het te verbouwen bijgebouw een ruimtelijke eenheid vormt met de woning; 3. de zorgvraag dient afgeleid te kunnen worden uit een indicatie in het kader van Wet maatschappelijke ondersteuning en dient beperkt te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden; 4. de afhankelijke woonruimte mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving; 5. er mag geen strijd ontstaan met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en mag geen belemmering opleveren in het kader van de bedrijfsvoering voor omliggende bedrijven; 6. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd; 7. vanwege de tijdelijkheid niet hoeft te worden voldaan aan de Landschapsinvesteringsregelinging Breda. c. voor het (ver)bouwen tot en/of het gebruiken van een bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit met dien verstande dat: 1 maximaal 75 m2 van het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt; 2. de te ontwikkelen activiteiten geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben in die zin dat er in de openbare ruimte geen aanvullende verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn, dan wel dat de verkeersveiligheid ter plaatse niet in het gedrang komt; 3. de activiteit niet-vergunningplichtig ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mag zijn." o Artikel 5.4 'Specifieke gebruiksregels' is komen te vervallen; o Artikel 11 'Algemene wijzigingsregels' is komen te vervallen onder vernummering van de artikelen "12 tot en met 15" naar "11 toten met 14". 3. Het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid, Strijbeekseweg 21B', NL.IMRO.0758.BP2012059013-0401, gewijzigd vast te stellen ten opzichte van het ontwerpplan, zoals dat van 15 november tot en met 27 december 2012 ter visie heeft gelegen en met inachtneming van de onder 1 t/m 2 genoemde wijzigingen. 4. Geen exploitatieplan voor het onder punt 3 genoemde plan vast te stellen. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 21 maart 2013 griffier. voorzitter. -3

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 13