Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40148] Onder artikel 11.2.2b worden minimale afstanden tot de perceelgrenzen aangegeven. Deze afstanden stroken niet met het beeld van de straatwand die beoogd wordt. Een van de inspiratiebronnen van e stedenbouwkundig plan is een soort organische ontwikkeling geweest van een straatwand^zoals die in oudere steden voorkomt: er wordt een rijtje woningen gebouwd, nog eens een rijtje, er tegenaan of p korte afstand een tweekapper of zelfs een vrijstaande woning, weer een rijtje, enz. Deze vorm va bouwen tevert oen gevarieerd straatbeeld op. Wanneer men door de straat rijdt ervaart men een gestoten wand maar als je goed kijkt, blijken er toch openingen tussen de woningen te zitten een P00^, een smal tuintje. Door een minimale maat tot de erfafscheiding voor te schrijven wordt afbreuk gedaan aa beeld. Indiener zou eerder willen pleiten voor een maximale maat. De mogelijkheid om een vrijstaande, hoek- of twee-onder-een-kap woning aan de parkrand te realiseren wil men graag behouden. OpbasTvart deze zienswijze is artikel 1 1.2.2 onderb opnieuw bezien De de CPO-strook. De bestemming Woongebiedgeldt echter ook voor andere delen in het plangebied. Om meer flexibiliteit te bieden voor wat betreft de CPO-strook is besloten om op deze strook een specifieke bouwaanduiding op te nemen (Sba-1). Binnen deze strook wordt het, in afwijking van de s andaardreg mogelijk om de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceetgrens te^kleinen to minimaal 1 meter bij twee-aaneenwoningen, geschakelde- en vrijstaande woningen met dien verst dat deze afstand bij twee-aaneenwoningen en geschakelde woningen slechts aan één zijde in acht genomen dient te worden. De zienswijze is deels gegrond. fnarttkeM 15 1 is sprake van een goot- respectievelijk bouwhoogte van 6 en 10 meter. Gezien de reeds aanwezig bebouwing aan de Tilburgseweg, zou ik willen pleiten voor de mogelijkheid dezelfde bouwhoogtes aan te houden als aan de parkrand, namelijk 7 en 11 meter. ^eze zienswijze is ook in het kader van andere bestemmingsplannen aan de orde gekomen. Naar aanleiding daarvan is intern overleg geweest. Door het wijzigingen van deze maatvoering ^ordf meer recht gedaan aan de huidige standaardmaten van een woning en de tegenwoordig gehanteerde standaardverdiepingshoogtes. Bovendien wordt met het aanpassen van deze hoogtes geen extra bouwlaag mogelijk gemaakt. Gelet op de zienswijze en de gewijzigde standaardmaatvoering wordt de goot- en bouwhoogte gewijzigd van respectievelijk 6 en 10 meter in 7 en 11 meter. De zienswijze is gegrond, artikel 11.5.1 is aangepast. Ad. d. en h. Amter en S. Solisa Zien'swhze'met name gericht tegen de bestemming 'Woongebied' ter hoogte van de Terschelling en Amelandstraat De sloop van de 26 woningen aldaar heeft verstrekkende gevolgen voor de sociale cohesie binnen de Molukse gemeenschap. In dit verband wordt gewezen op de gezamenlijke verklaring van 4 oktober 1996 waarbij de gemeente Breda de bijzondere positie van de Molukse gemeenschap en haar culturele en qodsdienstige eigenheden erkent. De belangenafweging is onevenwichtig Zols de buur vanrie huidige woningen iaag (ca 300,-), waardoor de terugkeer van de bewoners naar De toelichting'doefgeloven dat er sprake is van een terugkeergarantie, maar gaat voorbij aan de zeer beperkte mogelijkheden om de nieuwe huurwoning te accepteren Het ontwerpbestemmingsplan maakt een intensievere bebouwing mogelijk rondom de Terschelling en Amelandstraat, terwijl binnen dit gebied of elders in de wijk niet, althans niet voldoende goedkope huurwoningen zullen worden gebouwd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 14