Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40148]
Doordat de Raad van State voor het perceel Tilburgseweg 173 goedkeuring heeft onthouden aan het
bestemmingsplan Brabantpark en er voorheen geen bestemmingsplan was voor het perceel, was
automatisch de bouwverordening van toepassing. De bouwverordening biedt inderdaad ruime
bouwmogelijkheden. Dit neemt niet weg dat sinds indieners het perceel In 2001 hebben gekocht geruime
tijd de mogelijkheid is geweest om deze ruime bouwmogelijkheden te benutten.
Het feit dat dit tot op heden niet is gebeurt, neemt niet weg dat in de periode tussen 2001 en 2013 veel is
qewijzigd in de wet- en regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening en het beleid van de
gemeente Breda op dit terrein. Door de geruime tijd die is verstreken, de gewijzigde wet- en regelgeving
en het gewijzigde beleid hadden de eigenaren kunnen of zelfs moeten verwachten dat de er een nieuw
bestemmingsplan voor hun perceel zou worden opgesteld, waarbij opnieuw gekeken zou worden naar de
bouw- en gebruiksmogelijkheden.
De Tilburgseweg en omgeving is in de loop van de jaren steeds meer veranderd in overwegend een
woonstraat met hier en daar een kleinschalige bedrijfsactiviteit. Gelet op de stedenbouwkundige en het
overwegende woonkarakter van de straat, is gekozen om ook voor het perceel Tilburgseweg 173 de
bestemming 'Wonenop te nemen.
In de bestemming 'Wonen'is een aan huis verbonden beroep of bedrijfsactiviteit toegestaan in de woning
en met een binnenplanse afwijking ook in bijgebouwen. Wel is in artikel 10.4 'Afwijken van de
gebruiksregel' het maximaal aantal m2 aangepast voor percelen groter dan 500 m2. Dit houdt in dat de
indieners hun plannen genoemd bij de eerste twee bullits kunnen realiseren. Alleen de verhuur van
schuur als bedrijfsruimte valt niet onder het begrip aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit.
Uit het bovenstaande concluderen we dat, gelet op de stedenbouwkundige opzet van de omgeving, het
gemeentelijk beleid en de in het bestemmingsplan opgenomen planregels niet zodanig beperkend zijn dat
de eigenaren richting de toekomst toe geen mogelijkheden meer hebben
De zienswijze is ongegrond.
De bestemming 'Wonen' geeft te veel beperkingen, de bestemming 'Gemengd-1 sluit beter aan op de
bestemming 'Gemengde Doeleinden' uit het vorige bestemmingsplan. Indieners overwegen om de schuur
te verplaatsen of te vervangen. Hiervoor is het van belang dat er geen verdergaande beperkingen worden
opgelegd en willen minimaal de bestemming Gemengd-1 uit het conceptontwerp.
Voorheen was de bouwverordening van toepassing en was een hoogte van 15 meter toegestaan.
Binnen de bestemming 'Wonen'is het mogelijk om de bestaande schuur te verplaatsen mits wordt
voldaan aan de bouwregels van artikel 10.2.3, daarbij kan nog worden opgemerkt dat voorde grotere
percelen in het plangebied het maximum oppervlak aan bijgebouwen is vergroot naar 100 m
Om de op het perceel van indieners aanwezige schuur met afwijkende maatvoering te beschermen is op
de verbeelding een aanduiding opgenomen met de afwijkende maatvoering, voorts is in artikel 10.2 3
onder c de zinsnede toegevoegd: tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding maximale
qoot- en bouwhoogte (m)' een andere goot- en bouwhoogte is aangegeven. Tevens is aan artikel 10.2.3
een extra lid f toegevoegd, waarin is bepaald dat een dergelijk bijgebouw te allen tijde mag worden
qehandhaafd en geheel of gedeeltelijk, met die afwijkende maatvoering, mag worden vervangen.
Op basis van artikel 21 1 mag het bijgebouw bij calamiteiten zelfs geheel worden vernieuwd of veranderd
en kan de gemeente op basis van artikel 21.1 onder b ook nog eenmalig toestemming geven om met een
omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 21.1 onder a. en toestaan om de inhoud van
het bouwwerk te vergroten met maximaal 10%.
Zoals eerder aangegeven wist of hadden de indieners kunnen weten dat het van toepassing zijn van de
bouwverordening op hun perceel, gelet op de gewijzigde wet- en regelgeving op het gebied van de
ruimtelijke ordening alsmede het gewijzigde beleid van de gemeente Breda geen eeuwigheidswaarde
zou hebben.
LJ&WI UZ7III/y
OO/ I I KTI I V Cl LLIi
-10-
