Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr. 40148]
een groene verbinding te maken naar 't Heiveld. Dit vanwege de woningen in de Moleneindstraat en
bedrijven in de Wieringenstraat. Er wordt wel gewerkt aan een groene verbinding langs het spoor.
Dit is tussen het spoor en de nieuwe woningen en tussen het spoor en de woningen aan de
Wieringenstraat.
De zienswijze is ongegrond.
Samenvatting
Het verharde oppen/lak neemt door de ontwikkelingen toe. Een van de twee grote groene zones het park
in het westen, verdwijnt grotendeels door de voorgenomen bouw van de woonblokken en de parkeer
plaatsen. Ook het grasveld met een groot aantal bomen aan de westzijde grenzend aan de
Oosterhoutseweg verdwijnt, dit is het leefgebied van baardvleermuizen.
Uit onderzoek blijkt dat een gebouw in de noordwesthoek een paarverblijf is van baardvleermuizen, een
door de Flora en Faunawet en Habitatrichtlijn beschermde soort. In het ontwerpbestemmingsplan wordt
onvoldoende rekening gehouden met het leefgebied van deze vleermuis In het ontwerpplan wordt gesteld
dat geen ontheffing nodig is, dit is onjuist. Verder onderzoek en ontheffing zijn wel degelijk noodzakelijk.
Beoordeling
In 2011 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar beschermde soorten door het Natuur
wetenschappelijk Centrum (W 626 p11-008). Hieruit kwam naar voren dat er zeldzame vleermuizen
binnen het plangebied voorkomen. Het betreft de baardvleermuis die zijn verblijf heeft in de woning in het
noordwesten van het plangebied.
Binnen het plangebied ligt ook een groot deel van zijn foerageergebied, namelijk het groen direct om de
woninq en het groen gebied direct ten zuiden daarvan.
Naar aanleiding van de zienswijze bleek dat er in het onderzoek geen rekening gehouden was met de
bouw van appartementen in dit stukje groen ten zuiden van de woning.
Daarom is er een nieuw rapport opgesteld, waar specifiek(er) in is gegaan op de effecten op de
baardvleermuis. u
Dit rapport is ook geschreven door het Natuur-Wetenschappelijk Centrum en heeft de titel.
Effectenbeoordeling situering appartementencomplex In projectgebied De Driesprong in Breda in relatie
tot de Baardvleermuis (Myotis 'confer' mystacinus) en is als bijlage bij de toelichting van het
bestemmingsplan Driesprong opgenomen.
De conclusie uit dit rapport is:
De situering van het appartementencomplex aan de Texelstraat kan nadelige effecten hebben als
hierdoor verstoring of aantasting van de bosstrook aan de Texelstraat plaats zal vinden
Concreet betekent dit dat voorkomen moet worden dat deze bosstrook verlicht wordt of dat er bomen
zullen verdwijnen.
Dit kan bewerkstelligd worden door het afschermen van het complex met opgaande vegetatie (bomen en
bosschages) en het gebruik van speciale armaturen en amberkleurige verlichting.
De bomen die langs het spoor gepland staan en het park dat in het midden van de wijk gesitueerd is
zullen er voorzorgen dat eventuele verstoring van de dieren gecompenseerd wordt en dat het gehele
projectgebied in de toekomst (meer) geschikt leefgebied zal gaan bieden. Hierbij moet dan bij de inrichting
wel specifiek rekening gehouden worden met de eisen die de baardvleermuis aan zijn leefgebied stelt.
Het qaat dan wat betreft de geplande bomen langs het spoor om de aanplant van oudere, streekeigen,
inheemse boomsoorten (bij voorkeureen dubbele bomenrij of een bomenrij met bosschages en struweel
erlangs) Ook in het park zouden bomenrijen (langs de wegen) en boomgroepen verspreid door het park
aangeplant moeten worden om geschikt leefgebied te realiseren. Boomkronen blijven onverlicht Voor
baardvleermuizen is het daarnaast gunstig een poel aan te leggen waarbij in ieder geval een zijde flauw
moet zijn (zijnde de zonbeschenen dus de noordoever). Bosschages en struweel, mits daarbij voor
streekeigen inheems plantmateriaal gekozen, vormen daarnaast ook geschikt leefgebied.
De conclusies uit de onderzoeken zijn dat het nieuwbouwplan door het nemen van een aantal
maatregelen in de openbare ruimte inpasbaar is. Deze maatregelen vormen bouwstenen voor het
inrichtingsplan openbare ruimte. De effecten zullen meteen goede compensatie niet significant zijm Het
leefgebied van de baardvleermuizen zal dan gewoon blijven functioneren. Een ontheffing in het kader van
de Flora en Faunawetgeving is daarom niet nodig.
De zienswijze is ongegrond.
-15-