Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40361] Zienswijze 1, Stichting Begijnhof Samenvatting 1.a. De Stichting geeft aan dat het Begijnhof (en ook de Waalse Kerk) ter nominatie is voorgedragen voor de werelderfgoed/ijst van Unesco. Begijnhof zou op die manier als Brabants voorbeeld kunnen worden gevoegd bij de groep Unesco-Begijnhoven in het Nederlands taalgebied. Echter, de voorgenomen plannen voor de panden Catharinastraat 87 en 89 zullen de vermelding op de werelderfgoed/ijst zeker niet bevorderen. Nadat in 2000 de woontoren aan het Kapucijnenhof is ontwikkeld, zouden toekomstige plannen in de omgeving van het Begijnhof kritischer bekeken worden, maar helaas moet geconstateerd worden dat dit wederom niet is gedaan. Reclamanten vrezen voor geluidsoverlast omdat zowel de ingang van de 18 appartementen alsmede de franse balkons, de fietsenberging en de containerruimte zijn gesitueerd aan de achterzijde op de binnenplaats, direct grenzend aan de 16e en 19e-eeuwse bebouwing van het Begijnhof. De harde bestrating en de wanden vormen een klankkast waardoor reeds nu een op normale toon gevoerd gesprek op de binnenplaats goed hoorbaar is in de belendende Begijnhofwoningen. Het bestuur wil dat een onafhankelijk bureau wordt ingeschakeld dat de mate en sterkte van de geluidstoename inzichtelijk maakt. Tevens wil het bestuur een exemplaar van dit rapport ontvangen met voorstellen ten aanzien van geluiddempende voorzieningen die getroffen zouden moeten worden zowel aan of in het te realiseren gebouw als op de voormelde binnenplaats. Beoordeling Ad 1.a Het Rijk heeft in 2011 de voorlopige lijst van potentieel Unesco-erfgoed aangepast. Hier komt het Begijnhof of de historische binnenstad niet op voor, ondanks een voordracht van de gemeente Breda. Dit betekent dat de komende tien jaar per definitie geen sprake kan zijn van Unesco-erfgoed Het is niet mogelijk om op basis van een theoretische mogelijkheid dat na 2025 hiervan wel sprake kan zijn dit plan te toetsen. Wij hebben naast de beoordeling aan de planologische regels ook gekeken naar de effecten van het plan op de omgeving, waaronder het Begijnhof. Van belang hierbij is dat het volume niet wijzigt en hetgeen wat bijgebouwd wordt qua volume en functie passend is in het vigerende bestemmingsplan De gemeente heeft geen mogelijkheid om ten aanzien van het volume extra eisen te stellen aan het plan. Voor geluid is in het kader van de onderhavige procedure van toepassing de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en het Bouwbesluit. In deze regelgevingen wordt niets vermeld over het geluidniveau in de achtertuin, binnenterrein of balkons en geluid afkomstig van fietsen en derhalve kan ook niet getoetst worden aan bepaalde normen. Het inschakelen van een onafhankelijk bureau die de geluidtoename inzichtelijk maakt, is dan ook niet aan de orde noch het nemen van eventueel geluiddempende voorzieningen. Indien u zelf, als bewoner van de woning aan het Begijnhof (akoestische) maatregelen wil treffen om geluidsoverlast in uw woning te verminderen/tegen te gaan, dan dient u een vergunning aan te vragen alvorens maatregelen mogen worden uitgevoerd Het is overigens raadzaam in dat geval van te voren contact met de gemeente op te nemen over de mogelijkheden c.q. onmogelijkheden van een dergelijke aanvraag. Onder het kopje "aanpassingen aan het bouwplan" is al aangegeven dat het plan dusdanig aangepast is dat de toekomstige bewoners niet veel op het achterterrein hoeven te zijn. Zo zijn de containerruimte en de fietsenstalling inpandig gesitueerd. Gebruikers van het terrein dienen/kunnen aangesproken worden op positief of negatief gedrag, indien nodig door u als buurtbewoner. Dit geldt overigens niet alleen voor deze specifieke locatie en dit is ook niet iets wat binnen de regelgeving van de omgevingsvergunning geregeld kan worden -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 56