Gemeente Breda w Raadsvoorstel Registratienr: 40873] Argumenten Er is gekozen voor een plandrempel van 68 dB voor wegverkeerslawaai. Dit is de maximale waarde die is toegestaan in de Wet geluidhinder. Een lagere plandrempel zorgt voor een lange prioriteitenlijst omdat er dan meerwegen opgenomen worden die als knelpunt worden beoordeeld. De uitvoerbaarheid en het succes van maatregelen hangt af van tal van factoren. Waar werk met werk gemaakt wordt, zorgt dit bijvoorbeeld voor een grotere kosteneffectiviteit. Op basis van uitvoerbaarheid en doelmatigheid krijgen maatregelen een hoge prioritering. In combinatie met de plandrempel van 68 dB, ligt de prioriteit van het Bredase actieplan bij de historische geluidsaneringswoningen (A-lijstwoningen), de drukke rond- en stadstoegangswegen en de stedelijke 'inprikkers'. Aangezien onderzoek van het RIVM aantoont dat blootstelling aan geluid de kans op stress en hartinfarcten verhoogt, is het voor de gemeenteraad van belang om een goed overzicht te hebben waar inwoners aan geluidhinder bloot gesteld zijn. In de tabellen in de bijlage van het actieplan is aangegeven dat er tussen de 65 dB en de 69 dB 2426 bewoners zijn die hinder onder vinden en 1124 die ernstige hinder ondervinden van geluid op de gemeentelijke wegen. Door te kiezen voor 68 dB als plandrempel is niet inzichtelijk hoeveel inwoners er tussen de 65 dB en 68 dB geluidhinder onder vinden en waar deze woningen zich bevinden. Hierdoor worden mogelijk kansen gemist om werk met werk te maken of door andere politieke keuzes verbetering te realiseren voor deze inwoners. Voorstel zienswijze De gemeenteraad vraagt aan het college zichtbaar te maken welke knelpunten er zijn en waar die zich bevinden bij een plandrempel van 65 dB, 66 dB en 67 dB Daarnaast vraagt de gemeenteraad deze informatie op te nemen in het actieplan geluid. Afwegingen Juridisch Uit bestudering van artikel 11.14 van de Wet milieubeheer blijkt dat (cfm. artikellid 1) een actieplan wordt voorbereid met toepassing van de in afdeling 3.4 Awb genoemde uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Dat komt erop neer dat "een ieder" (dus niet alleen belanghebbenden) zienswijzen naar voren kan brengen. In lid 2 staat vervolgens dat alvorens het actieplan vastgesteld wordt, burgemeester en wethouders de gemeenteraad in gelegenheid stellen zijn wensen en zienswijze op het ontwerp-actieplan ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen. Hiermee is de zgn. voorhangprocedure, vervat in artikel 169 Gemeentewet, opgenomen in de Wet geluidhinder. Het is niet voor niets dat deze mogelijkheid voor de raad, naast die voor "een ieder", apart is beschreven: de raad is tenslotte een bestuursorgaan en geen derde/ belanghebbende. Er bestaat een formele relatie tussen raad en college. Desondanks is het wenselijk en bestaat er geen juridisch beletsel om in dit geval de wensen/ zienswijze van de gemeenteraad op het conceptplan, net als die van overige indieners, op schrift te stellen en te laten opnemen in het definitieve geluidsreductieplan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 73