Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 40844]
Aantal bijlagen: -
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op artikel 3.1 van de Wet Ruimtelijke Ordening;
besluit:
1 tot de volgende wijzigingen in de toelichting:
- In paragraaf 2.5 is de laatste stand van zaken opgenomen met betrekking tot de ontwikkelingen
- De toelichting is in paragraaf 4.4 aangevuld met Natura 2000 in relatie tot het Ulvenhoutse Bos.
2. tot de volgende wijzigingen in de planregels:
- in artikel 1, lid 1.81, "brutovloeroppervlakte" vervangen door "bedrijfsvloeroppervlak';
- in artikel 3, lid 3.2.1een regel toevoegen, onder vernummering van d t/m i naar e t/m j, luidende:
"d. Het aantal (bedrijfs)woningen mag niet worden vermeerderd."
- in artikel 3, lid 3.2.1, een regel toevoegen, luidende:
"k. In afwijking van en in aanvulling op onderdelen c en j, zijn ter plaatse van de aanduiding
'bedrijfswoning' de bouwregels, vermeld in artikel 13 lid 13.2.2, 13.2.3, 13.2.4, 13.3, 13.4 en
13.5 van toepassing
- in artikel 3, lid 3.4, een regel toevoegen, luidende:
"c. artikel 1_8, onder b, onderdeel 3, voor het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis
verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit met dien verstande dat:
1maximaal 60 m2 van het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en
bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt;
2. het gebruik niet tot zodanige verkeersaantrekking mag leiden dat een onevenredige
aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse ontstaat;
3. de activiteit qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;
4. de activiteit niet vergunningplichtig ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
mag zijn."
- in artikel 4, lid 4.2.1, regels toevoegen, luidende:
d. Het aantal bedrijfswoningen mag niet worden vermeerderd.
e. Het bestaand aantal bouwpercelen mag niet worden vermeerderd.
f. Per bouwperceel is maximaal één hoofdgebouw toegestaan."
- in artikel 4, lid 4.4, regels toevoegen, luidende:
"b. artikel 18, onder b, onderdeel 2, voor het gebruik en/of (ver)bouwen van een bijgebouw bij een
bestaande bedrijfswoning als afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, met dien
verstande dat:
maximaal 60 m2 van het bijgebouw voor mantelzorg mag worden aangewend;
de zorgvraag afgeleid dient te kunnen worden uit een indicatie in het kader van de Wet
maatschappelijke ondersteuning en beperkt dient te blijven tot het verlenen van zorg aan
familieleden;
de afhankelijke woonruimte niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de
omgeving;
er geen strijd ontstaat met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en geen
belemmering ontstaan in het kader van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden
voor omliggende bedrijven;
5. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw
als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd,
c. artikel 18, onder b, onderdeel 3, voor het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis
verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit met dien verstande dat:
1.
2.
4.
1.
3.
maximaal 60 m2 van het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en
bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt;
het gebruik niet tot zodanige verkeersaantrekking mag leiden dat een onevenredige
aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse ontstaat;
de activiteit qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;