Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40767] - Onder voorwaarden is op basis van het bestemmingsplan wel een carport met een open constructie mogelijk, omdat dan geen sprake is van een gebouw, maar van een 'bouwwerk, geen gebouw zijnde'. Deze kunnen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. Conclusie Op grond van het bovenstaande is de zienswijze ongegrond. 5. W. van Noort, namens de bewoners van het Hofpad Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op de bouw van een vrijstaande woning aan het Hofpad, gelegen achter Hoolstraat 40. Indieners hebben in principe geen zwaarwegende bezwaren tegen de bouw van deze woning indien de bouwregels van het bestemmingsplan in acht worden genomen. Slechts ten aanzien van de hoogte van bijgebouwen wordt gevraagd om de toegestane hoogte van 5 meter voor deze specifieke situatie te verlagen naar maximaal 3,5 meter. Verder zijn ze van mening dat de verkeersveiligheid niet wordt vergroot doordat in de nieuwe situatie aan beide zijden van de straat in- en uitritten aanwezig zijn, terwijl er sprake is van toenemend fietsverkeer naar De Mandt. Er wordt op gewezen dat daarom ook de verlichting in de straat verbeterd zal moeten worden. Tenslotte zijn indieners verbolgen over de manier waarop in de voorgaande jaren door de gemeente en de dorpsraad is omgegaan met de belangen van de omwonenden. Het belang van de eigenaar van de kavel lijkt voorop te staan. Ze wijzen er op dat de communicatie door de gemeente onvoldoende is en dat goed en tijdig overleg met de omwonenden wenselijk is. Beoordeling Ten aanzien van de hoogte van bijgebouwen wordt opgemerkt dat deze regeling algemeen wordt opgenomen in bestemmingsplannen voor woonwijken in de gemeente Breda. Hiermee wordt voldaan aan de wens om te komen tot een zo uniform mogelijke bouwregeling voor alle woongebieden binnen de gemeente. Er is geen reden om voor deze situatie hiervan af te wijken, ook al betreft het hier een hoekperceel. Dit is een situatie die vaker voorkomt. Voor wat betreft de verkeersveiligheid betekent het toevoegen van één woning niet een zodanige verhoging van het aantal verkeersbewegingen (meer concreet het in- en uitrijden via de geplande uitrit) dat hierdoor de verkeersveiligheid onevenredig wordt aangetast. De nieuwe bewoner dient uiteraard de nodige voorzichtigheid bij het betreden van de weg in acht te nemen, evenals ieder ander die de openbare weg op gaat. Verder is verlichting geen onderwerp dat in bestemmingsplannen wordt geregeld Tenslotte wordt voor wat betreft de communicatie opgemerkt dat op het moment dat de plannen zo concreet waren dat ze konden worden opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan, Breda Berichten zijn verspreid om de omwonenden hierover en over de bestemmingsplanprocedure te informeren. Tevens heeft in januari 2013 op het stadskantoor hierover een gesprek plaatsgevonden met een aantal omwonenden. Conclusie Op grond van het bovenstaande is de zienswijze ongegrond 6. C.J. Huisman, Oosterhoutseweg 67b Samenvatting Indiener heeft op onderstaande punten bezwaren tegen het ontwerpbestemmingsplan Teteringen a Indiener is het niet eens met het consoliderende karakter van het ontwerpbestemmingsplan. Hij is van mening dat dit in strijd is met de uitgangspunten van het vigerende bestemmingsplan. Hieruit blijkt namelijk volgens hem 'dat het hier gevestigd zijn van 2 garages met 2 MBV's onwenselijk is'. Deze 'ontwikkelrichting' had uitgangspunt van het ontwerpbestemmingsplan moeten zijn. Verder sluit het ontwerpbestemmingsplan naar de mening van indiener niet aan op een aantal ontwikkelingen en nota's uit de afgelopen periode van 20 jaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 41