Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40767] b. Verkeer en parkeren Indieners vrezen voor een toename van de parkeer- en verkeersdruk in de omliggende straten als gevolg van de uitbreiding van de Nutsbasisschool. Ze gaan hierbij in op de volgende aspecten - Aantal te realiseren parkeerplaatsen 99 Indieners zijn het niet eens met het uitgangspunt in het ontwerpbestemmingsplan dat minimaal 22 parkeerplaatsen dienen te worden gerealiseerd. Zij zijn van mening dat er ruimte dient te zijn v°°r minimaal 24 parkeerplaatsen en dat hiernaast voor buitenschoolse opvang nog extra parkeerplaatsen nodig zijn. Verder verwijzen ze naar het onderwijsconcept van de Nutsbasisschool, waardoor extra parkeerdruk in de aangrenzende straten zou ontstaan. Indieners vrageïzich af waarom de 'zoen en zoefzone' zoals deze bij basisschool De Springplank bestond (parkeren op De Scheperij) niet is gehandhaafd. Ze zijn van mening dat in de nieuwe situatie de richtlijnen voor de aanleg van een 'zoen en zoefzone' niet worden overgenomen, omdat er sprake is van dwarsparkeren in plaats van langsparkeren. Dit leidt er naar hun mening toe dat ouders hun kinderen op de Kouterstraat en de Herikaard zullen gaan afzetten, hetgeen leidt tot overlast rndiener?sezijnVvan mening dat de inrichting van de Schijfstraat en van de 'zoen en zoefzone' zal leiden tot verkeersgevaarlijke situaties Ook de Herikaard vinden zij niet geschikt voor nog meer extern verkeer Verder wijzen ze er op dat veel kinderen de drukke Oosterhoutseweg moeten oversteken fnT kSefwordt in zijn algemeenheid opgemerkt dat vanwege de mogelijkheid tot het parkeren op eigen terrein de aanleg van de 'zoen en zoefzone' op het binnenterrein en de inrichting van de omliggende straten het niet te verwachten is dat er sprake zal zijn van een onaanvaardbare toename van de verkeers- en parkeerdruk in de directe omgeving van de Nutsbasisschool. De Afdeling heeft in haar uitspraak qeoordeeld dat 'de raad zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan geen onevenredige parkeeroverlast in omliggende straten met zich zal brengen en de verkeersdruk in de omliggende straten niet onaanvaardbaar toe zal nemen en dat niet is aangetoond dat dit zal gaan plaatsvinden. Ge et hierop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het plan niet voorziet in een goede ontslu,tong _Ook nu is niet aangetoond dat verkeer- en parkeeroverlast in de omliggende straten zal °ntstaan- Met het aantal parkeerplaatsen, de omvang van het binnenterrein en de mogelijkheid om op het binnenterrein de kinderen te brengen en te halen wordt niet verwacht dat in de omliggende straten extra parkeer- en verkeersoverlast zal ontstaan. - Aantal te realiseren parkeerplaatsen Uit de Nota Parkeer- en Stallingsbeleid Breda' vloeit een parkeernorm voort van 2 P^eerp^asenper leslokaal Zoals hierboven onder punt 1 blijkt, is sprake van maximaal 11 leslokalen, zodat minimaal22 parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd. De ruimte die hiervoor nodig is.is aanwezig^ wordtin de uitspraak van de Afdeling over het bestemmingsplan 'De Gouwen, Breeschot 18 bevestigd en tevens wordt overwogen dat het betoog dat voor buitenschoolse opvang extra parkeergelegenheid dientte worden gerealiseerd, niet kan worden gevolgd. Hiervoor wordt gebruik gemaak van de aanwezige lokaten er worden geen extra lokalen gerealiseerd. Tenslotte overweegt de Afdeling dat ook het onderwystype n e ruimtelijk relevant is, zodat voor het onderwijsconcept van de Nutsbasisschool geen andere parkeernorm hoeft te worden gehanteerd. Ten aanzien van^e^oen en zoefzone' wordt op de eerste plaats opgemerkt dat slechts sprake is van richtlijnen en niet van dwingende normen. Hiervan kan dus worden afgeweken. In de onderhavige situatie worden de kinderen gehaald en gebracht via het eigen binnenterrein waar geen ander verkeer aanwezig is. Gevaar voor fietsers is in deze situatie niet te verwachten omdat deze via de Breeschot zullen komen vanweqe de aan die kant gesitueerde fietsenstalling. De Afdeling overweegt dat 'niet aannemelijk is gemaakt dat de 'zoen en zoefzone in strijdI remet de richtlijnen zodat niet aannemelijk is dat leerlingen alsnog in de omliggende straten worden afgezet Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het plan leidt tot een toename van de parkeerdruk in de omgeving'. Ook in de onderhavige zienswijze wordt deze stelling niet aannemelijk gemaakt -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 45