Gemeente Breda
w Raadsvoorstel
Registratienr: 40902]
Voor wat betreft studentenhuisvesting kan worden opgemerkt dat het pand zich hiertoe op dit moment
niet leent. Een concreet initiatief om het bestaande feitelijk gebruik om te zetten van kantoor naar
kamerverhuur zal in de 'Intake' (moeten) worden besproken. De 'Intake' is een ambtelijke toetsing waarbij
zo breed mogelijk en integraal wordt getoetst of een initiatief passend is. Indien de toetsing wordt gevolgd
door een positieve beslissing, wordt deze (zo mogelijk nog) meegenomen in het bestemmingsplan. Op dit
moment is van een positieve beslissing nog geen sprake, waardoor vertaling in het bestemmingsplan
Zandberg thans niet opportuun is.
De zienswijze is ongegrond.
Zonnebloemstraat 3, 5 en 7 (indiener q)
Indiener geeft aan dat in het bestemmingsplan Breda Zuid de percelen Zonnebloemstraat 3, 5 en 7 de
bestemming 'woongebied'. Binnen deze bestemming is een aantal locaties waar verdichting met
woningbouw mogelijk is.
Op de locatie 4: Zonnebloemstraat-noord mogen ten hoogste 10 eengezinswoningen binnen de
aangegeven bouwgrens met een goothoogte van 6 meter. Gestreefd wordt naar het opnemen van een
langzaamverkeersroute tussen de Ranonkelstraat en de Zonnebloemstraat en het parkeren moet op
eigen terrein worden gerealiseerd.
In de toelichting van het plan staat: 'Als het bedrijf haar activiteiten geheel of gedeeltelijk stopt, komt een
locatie vrij die bestemd wordt voor woondoeleinden. Langs de Zonnebloemstraat wordt gedacht aan
eengezinswoningen in twee lagen etc
In het ontwerpbestemmingsplan is de locatie bestemd voor bedrijven in de milieucategorie 1 en 2.
Posthumus acht die bestemming niet terecht, onbegrijpelijk en niet in overeenstemming met een goede
ruimtelijke ordening. Naar aanleiding van de inspraakreactie van Posthumus werd in de 'Nota behandeling
vooroverleg en inspraak conceptontwerp van het bestemmingsplan Zandberg' opgemerkt dat als gevolg
van de notitie Koers gezet niet-benutte ontwikkelingslocaties worden wegbestemd, hetgeen ook hier het
geval is. Bij de inventarisatie is de huidige situatie bekeken en is de locatie, conform het laatste gebruik
opgenomen.
In paragraaf 2.4.1. Wonen/Beleid van de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan wordt als
motivering gegeven dat er sprake is van overprogrammering van woningbouw en een kwalitatieve
mismatch. Om meer evenwicht te creëren is het regieplan Koers gezet en acties stedelijke
herprogrammering vastgesteld. De woonagenda 2011/2014 is opgesteld op basis van het woononderzoek
2010 heeft als kern het beter matchen van vraag en aanbod. Verzilvering@Breda is het actieplan 'wonen,
zorg en welzijn voorde periode 2011-2015. Het verscherpt het GWI-beleid door het geplande
nieuwbouwprogramma om te buigen naar levensloopgeschikt en verzorgd wonen en door aanpassing in
de bestaande voorraad te bewerkstelligen.
Posthumus is van mening dat de conclusies die de raad aan de nota's en beleidsstukken verbindt,
namelijk dat de huidige bestemming wonen zou moeten vervallen en dat de percelen de bestemming
'bedrijf' met milieucategorie 1 en 2 dienen te krijgen, een onjuiste lezing is van de bedoelde stukken.
De percelen zijn zeer geschikt voor woningbouw, gelet op de ligging midden in een woonwijk, de
demografische ontwikkeling maakt dat niet anders. Posthumus bestrijdt dat de bestemming 'wonen' zou
leiden tot overprogrammering van de woningbouw en een kwalitatieve mismatch, omdat blijkens nota
Koers Gezet (blz. 11) het zou gaan om appartementen, hetgeen hier niet van toepassing is. In de door de
gemeente gehanteerde motivering leest indiener de wens van de gemeente om haar sociale
woningbouwprogramma veilig te stellen ten opzichte van particuliere initiatieven. Bovendien zijn 10
woningen niet relevant voor het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid
Posthumus memoreert dat men op 22 juni 2011 bij de gemeente vergunning heeft aangevraagd voor de
bouw van een woon-zorgcomplex. Deze vergunning is geweigerd, wegens strijd met het bestemmings
plan, omdat het geen aanvraag voor 10 eengezinswoningen betrof, waarbij de goothoogte van het
bestaande woonhuis was gehandhaafd. Het bouwplan was gericht op het behoudt van Zonnebloemstraat
5 en 7 voor wat betreft de straatzijde, omdat de gemeente aan deze panden de status van monument had
toegekend.
Gezien het getoonde initiatief acht Posthumus het onterecht dat als motivering wordt aangevoerd,dat er
geen concreet initiatief is ingediend.