Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40867]
Argumenten
1Het bestemmingsplan 'Steenakker' is opgesteld in het kader van de actualiseringsplicht voor
bestemmingsplannen op grond van de Wet ruimtelijke ordening.
2. Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard, uitgaande van de bestaande situatie in
het gebied en de vigerende bestemmingsplannen.
3. Het bestemmingsplan is in lijn met het huidige gemeentelijke en provinciale beleid op het gebied van
woningbouw (Koers gezet), detailhandel, horeca, bedrijventerreinen, kantoren en maatschappelijk
vastgoed. In het geval wordt afgeweken van het ter plaatse geldende beleid gebeurd dit enkel na
zorgvuldige afweging van belangen en met bestuurlijk akkoord.
4. Op grond van artikel 3.1 Wro is de gemeenteraad bevoegd het bestemmingsplan 'Steenakker' vast te
stellen.
5. Er zijn zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn, voor zover gegrond, verwerkt in het
bestemmingsplan. Er zijn zienswijzen ingediend door:
a. De heer J.T.M. Kropman, Gageldonkseweg 39 te Breda;
b. De heer Th.W.H. van Noort namens Belangenvereniging Steenakker, Gageldonkseweg 9 te
Breda;
c. De heer C.J. van de Bliek, Groot Hoogsteen 4 te Breda.
Alle zienswijzen zijn ontvankelijk. De zienswijzen zijn hieronder samengevat weergegeven. Dit betekent
niet dat die onderdelen die niet expliciet worden genoemd, niet in de beoordeling zijn betrokken. De
zienswijzen zijn in zijn geheel beoordeeld. Tevens is aangegeven in hoeverre de zienswijze gegrond of
ongegrond is, alsmede of en hoe de zienswijze verwerkt is in het bestemmingsplan.
Zienswijzen
De heer J.T.M. Kropman
Samenvatting
Er is te weinig rekening gehouden met de uitspraak van de Kroon bij Koninklijk Besluit, d.d. 22 augustus
1996 nr. 96.004117. Een respectvolle benadering van het agrarische rijksmonument indachtig paragraaf
2.3.1 Cultureel Erfgoed ontbreekt en de gemeente Breda is haar toezegging dat de woonbestemming in
de directe omgeving van reclamant's perceel versterkt zou worden nog niet nagekomen.
I. Het dwarsstraatje kleine Gageldonkseweg is ingetekend als onderdeel van het kantorenterrein,
het feit dat er diverse functies zijn toegestaan ter plaatse van deze historisch belangrijke
verbinding gaat voorbij aan de intentie;
II. Het handhaven van de bouwhoogte van de kantoren langs kleine Gageldonkseweg tast de
privacy van de aangrenzende percelen aan, is in strijd met de versterking van de
woonbestemming en gaat voorbij aan een respectvolle benadering van het agrarische
rijksmonument Gageldonkseweg 39. Reclamant stelt voor de bouwhoogte van maximaal 20 meter
aan te passen naar minder dan 15 meter;
III. De breedte van de groenstrook achter de huizen aan de grote Gageldonkseweg moet worden
uitgebreid van 20 naar 25 meter ter verbetering van de invalshoek van de zon, ter versterking van
de woonbestemming en indachtig een respectvolle benadering van het agrarische rijksmonument
Gageldonkseweg 39
IV. Hoe worden de kantoren ontsloten? In het bestemmingsplan dient bevestigd te worden dat de
ontsluiting niet vanuit de Gageldonkseweg en de Moskesweg plaats gaat vinden. Het gebruiken
van de Gageldonkseweg als ontsluitingsweg sluit niet aan bij versterking van de woonfunctie;
V. De bouwmogelijkheden op het bouwperceel kadastraal bekend als gemeente Breda, sectie H,
nummer 10764 zijn niet opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan.
Beoordeling
Bij uitspraak 200200010/1 van 13 november 2002 heeft de Raad van State onder meer bepaald dat voor
zover de gronden ter plaatse van Steenakker Noord bestemd zijn voor accommodatie voor beurzen,
tentoonstellingen, grootschalige (sport)evenementen, congressen, concerten en examens en dergelijke
met als additionele voorziening horeca I en III dit dient te komen vervallen. Tevens is de maximale
bouwhoogte op de gronden met de huidige bestemming 'Kantoren' deels verlaagd van 20 meter naar 15
meter. In het onderhavige bestemmingsplan 'Steenakker' zijn deze uitkomsten meegenomen.
I. In het onderhavige bestemmingsplan 'Steenakker' is aan het door reclamant bedoelde gedeelte
van het straatje de bestemming 'Kantoor' toegekend, waarbinnen de gronden eveneens bestemd
zijn voor groen, nutsvoorzieningen, parkeren, verkeer en water. Ter plaatse van de aanduiding
'bouwvlak' mogen gebouwen worden gesitueerd.