Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 40867]
Conclusie
Op grond van het bovenstaande achten wij de zienswijze gegrond voor wat betreft het aspect
woningvermeerdering, voor het overige achten wij de zienswijze ongegrond.
De heer C.J. van den Bliek
Samenvatting
Tussen de gemeente Breda en reclamant is een overeenkomst gesloten over de aankoop van de gronden
aan het huidige Groot Hoogsteen nr. 4 en 6. Reclamant heeft deze gronden aangekocht met de bedoeling
hierop woningbouw te realiseren. Hiertoe zijn ook de huisnummers 4 en 6 toegekend. Momenteel heeft
reclamant ter plaatse van Groot Hoogsteen 4 reeds een woning gerealiseerd. In het
ontwerpbestemmingsplan 'Steenakker' is echter de woningbouwmogelijkheid ter plaatse van Groot
Hoogsteen 6 komen te vervallen, dit is in strijd met hetgeen in het verleden is afgesproken tussen
reclamant en de gemeente Breda en leidt tot (financiële) benadeling van reclamant en zijn familie.
Reclamant verzoekt dan ook het onderhavige bestemmingsplan zodanig aan te passen dat de realisatie
van een woning ter plaatse van het perceel aan Groot Hoogsteen 6 mogelijk blijft.
Beoordeling
Zoals reeds is aangegeven is situatie op de woningmarkt de afgelopen jaren veranderd als gevolg van het
economisch klimaat. De gemeente Breda is genoodzaakt geweest haar beleid ten aanzien van de
woningvoorraad in de stad te herzien. Deze beleidswijziging is door de gemeenteraad op 16 december
2010 vastgelegd in de nota 'Koers gezet'. Op grond van dit beleid is in het plangebied nieuwbouw van
woningen uitsluitend toegestaan indien het vervangende nieuwbouw betreft of wanneer daarvoor reeds
een omgevingsvergunning voor het bouwen (bouwvergunning) is verleend. Beide uitzonderingssituaties
zijn in dit geval niet van toepassing, wel is er sprake van een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de
gemeente Breda en reclamant. Besloten is om ter plaatse van het perceel aan Groot Hoogsteen 6
woningvermeerdering toe te staan middels het opnemen van de aanduiding 'maximum aantal
wooneenheden'. Ter plaatse van deze aanduiding kan worden afgeweken van de regel dat het aantal
woningen niet mag worden vermeerderd. Om echter planologisch juridische sturing op de
woningbouwcapaciteit mogelijk te maken is tevens de aanduiding Wro-zone wijzigingsgebied 1
opgenomen. Burgemeester en wethouders zijn hiermee bevoegd de mogelijkheid van
woningbouwvermeerdering te laten vervallen, indien binnen driejaar na vaststelling van onderhavig
bestemmingsplan geen omgevingsvergunning ten behoeve van de bouw van een woning is verleend ter
plaatse van het perceel aan Groot Hoogsteen 6.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande achten wij de zienswijze gegrond.
6. Er zijn ambtshalve wijzigingen aangebracht in het bestemmingsplan. De belangrijkste wijzigingen
worden hieronder opgesomd en toegelicht:
a Ter plaatse van diverse percelen binnen het plangebied is de aanduiding maximum aantal
wooneenheden' opgenomen, teneinde de toegestane woningvermeerdering te maximaliseren,
b. Ter plaatse van diverse percelen binnen het plangebied is de aanduiding Wro-zone -
wijzigingsgebied 1' opgenomen, teneinde het college de mogelijkheid te bieden de planologische
grondslag voor woningbouw ter plaatse van deze percelen weg te nemen. Deze bevoegdheid
bestaat indien 3 jaar na vaststelling van onderhavig bestemmingsplan geen bouwvergunning, dan
wel omgevingsvergunning van kracht is voor het betreffende perceel. De grondslag voor het
opnemen van deze wijzigingsbevoegdheid is gelegen in het feit dat er in Breda sprake van een
overprogrammering aan woningen. De herprogrammering van woningbouw is vastgelegd in
beleid; 'Stedelijke programmering 2020, Koers gezet'. In Breda is sprake van veel onbenutte
woningbouwcapaciteit, hetzij verankerd in bestemmingsplannen, hetzij verankerd in verleende
bouwvergunningen c.q. omgevingsvergunningen. Deze onbenutte mogelijkheden voor
woningbouw drukken op de beschikbare woningbouwcapaciteit binnen de gemeente Breda. De
situatie kan ontstaan dat de onbenutte woningbouwmogelijkheden beslag leggen op de
beschikbare woningbouwcapaciteit waardoor er voor kansrijke(re) woningbouwprojecten geen
ruimte meer bestaat. Van inwoners van Breda die beschikken over een aanspraak op
woningbouwmogelijkheden wordt dan ook een actieve houding verwacht inzake het daadwerkelijk
benutten van de woningbouwmogelijkheden. Teneinde te kunnen sturen op benutting van
bouwmogelijkheden wordt in de situatie dat een vergunning reeds is verleend de mogelijkheid van
het intrekken van deze vergunningen aangewend. Wanneer er sprake is van het planologisch
-5-