Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40867] mogelijk maken van concrete woningbouwplannen (bijvoorbeeld middels een postzegelplan) wordt in de vereiste anterieure overeenkomst een realisatieverplichting opgenomen. Voor Steenakker speelt enkel de eerstgenoemde situatie; de reeds verleende bouw- c.q. omgevingsvergunning. Het opnemen van een realisatieverplichting en/of het intrekken van een verleende vergunning is niet van invloed op de planologische mogelijkheden van een perceel, de bestaande planologische grondslag voor woningbouw en/of woningvermeerdering blijft in stand. Middels het opnemen van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 14.6 wordt nu het college de mogelijkheid geboden om de planologische juridische grondslag van onbenutte woningbouwmogelijkheden weg te nemen, c. Ter plaatse van de Beekse Stationsweg 2 te Prinsenbeek Manege Overbos gevestigd. Deze manege is indertijd via een vrijstellingsprocedure op deze locatie gevestigd en zijn met de exploitant afspraken gemaakt over de omvang van het bouwvlak. Deze afspraken komen neer op het feit dat er voor de manege een bouwvlak wordt geprojecteerd van 1,5 ha (oppervlakte eigendom) waarbinnen de bebouwing ten behoeve van de manege dient te worden gerealiseerd. In het ontwerp van het bestemmingsplan Steenakker is dit echter niet overgenomen maar is aan het bedrijf een aanzienlijk kleiner bouwvlak toegekend (4000 m2) en ligt dusdanig strak om de bebouwing dat er niet meer gebouwd kan worden terwijl dit altijd wel de bedoeling is geweest. Er zijn bovendien al langere tijd onderhandelingen gaande om het bouwvlak van vorm te veranderen teneinde langs het spoor een hooi- en stro-opslag te kunnen realiseren. Vanwege de ligging van de locatie (binnenstedelijk) en het feit dat de bebouwing hierdoor verder van de bestaande woningen aan de Mr. Bierensweg komt te liggen is dit ruimtelijk gezien aanvaardbaar. De maximale oppervlakte van het bouwvlak zal niet wijzigen. In het vast te stellen plan wordt nu voorgesteld ten behoeve van dit manegebedrijf op de verbeelding een bouwvlak op te nemen van 1,5 ha. De (ambtshalve) wijzigingen geven geen aanleiding te besluiten het bestemmingsplan niet vast te stellen. Wel geven de (ambtshalve) wijzigingen deels aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerp. Na vaststelling van het bestemmingsplan door de raad wordt het bestemmingsplan op grond van artikel 3 8 vierde lid Wet ruimtelijke ordening, opnieuw aan de provincie voorgelegd, omdat (ambtshalve) wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Zij kunnen binnen een termijn van 6 weken een reactieve aanwijzing geven, indien zij het niet eens zijn met de wijzigingen. Na deze termijn van 6 weken wordt het vastgestelde bestemmingsplan gepubliceerd en kunnen belanghebbenden gedurende 6 weken hiertegen beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Na afloop van de beroepstermijn treedt het bestemmingsplan in werking. Voor de actualisering van bestemmingsplannen zijn financiële middelen beschikbaar gesteld, dit bestemmingsplan wordt daaruit bekostigd. Het bestemmingsplan impliceert geen begrotingswijziging of andere financiële consequenties. Een exploitatieplan, conform het bepaalde in afdeling 6.4 Wro, is niet nodig. Communicatie Communicatie tot nu toe In het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening heeft vooroverleg plaatsgevonden met de (advies)instanties en de bedrijfsverenigingen in het plangebied, te weten BIZ Steenakker en Bedrijvenvereniging 'De Mark', tevens is de wijkmanager geïnformeerd. Parallel aan het vooroverleg heeft inspraak plaatsgevonden. In de gehele wijk zijn huis-aan-huis BredaBerichten verspreid. Gedurende deze inspraaktermijn is een inloop- cq. informatiebijeenkomsten gehouden. Het ontwerpbestemmingsplan heeft vervolgens van 7 maart tot en met 17 april 2013 (wederom) voor iedereen ter inzage gelegen. -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 58