Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 41054]
Argumenten
Begroting 2014
In de begroting 2014 is het loon- en prijspeil aangepast, conform het vigerende beleid van de
Veiligheidsregio. Het percentage voor de verhoging is gebaseerd op de zogenoemde maart 2013
circulaire, omdat dit percentage voor gemeenten voordeliger is dan dat van de december 2012 circulaire
(het 'voordeel' voor gemeenten uitgaande van maart 2013 ten opzichte van december 2012 is ruim
430.000 euro). Hierbij wordt, voor alle duidelijkheid en zekerheid, nog opgemerkt dat achteraf de
werkelijke percentages (met gemeenten) worden verrekend, zoals die door het CBS worden vastgesteld.
Gemeenten betalen dus niet meer dan strikt noodzakelijk is op basis van de officiële CBS norm.
In 2012 is door het Algemeen Bestuur het kostenverdeelmodel vastgesteld. Op 28 maart 2013 heeft het
Algemeen Bestuur besloten om een aantal nog bestaande onvolkomenheden in het model op te heffen.
Die hebben betrekking op congruentie van gemeentelijke taken, rechtvaardige toerekening uitgaven in
verband met regiokantoren en het regionaal verrekenen van verplichte uitgaven als gevolg van de in 2006
gesloten CAO voor beroepspersoneel. Het gaat in totaal om een bedrag van 1.133.000 euro dat in de
begroting van de Veiligheidsregio wordt ondergebracht in het kostenverdeelmodel. Bij het vaststellen van
de concept begroting 2014 heeft het Algemeen Bestuur nog het volgende overwogen en/of besloten, te
weten:
1 Het Algemeen Bestuur heeft kritisch gekeken naar de bestemmingsreserves van de Veiligheidsregio.
Zoals bekend heeft de Veiligheidsregio geen algemene reserve meer, die is in 2012 opgeheven. Er is
alleen nog een egalisatiereserve van 0,7 miljoen euro, dat is 1% van het jaarbudget, om eventuele
financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Deze reserve mag niet meer zijn dan maximaal 1% van het
jaarbudget. De motivatie voor deze reserve is dat niet op voorhand kan worden bepaald hoeveel
incidenten en/of rampen zich in de loop van een jaar zullen voordoen; het kunnen beschikken over een
beperkte egalisatiereserve (maximaal 1% van het jaarbudget) voorkomt dat jaarlijks met gemeenten
afgerekend moet worden op basis van het aantal incidenten.
De bestemmingsreserves dienen een door het Algemeen Bestuur vastgesteld en goedgekeurd doel. De
belangrijkste reserves zijn: BDUR Brede Doeluitkering Rampen), die de Rijksoverheid beschikbaar stelt
aan Veiligheidsregio's voor specifieke activiteiten (3 miljoen euro; dit is dus rijksgeld); Transitiekosten
rechtvaardig kostenverdeelmodel (2 miljoen euro), waartoe in 2012 is besloten; Btw-compensatiereserve
(1,2 miljoen euro), die ook beschikbaar is voor compensatie van gemeenten; kapitaallasten C 2000 (1
miljoen euro), specifiek bedoeld voor verplichte uitgaven voor C 2000; kapitaallasten materieel brandweer
(1,3 miljoen euro), voor het uitvoeren van het bestuurlijk vastgestelde investeringsprogramma brandweer.
Het investeringsprogramma brandweer is op 31 januari 2013 door het Algemeen Bestuur vastgesteld; de
investeringen zijn teruggebracht tot het noodzakelijke minimum.
2 In 2011 en 2012 heeft het Algemeen Bestuur besluiten genomen die noodzaken tot substantiële
bezuinigingen op beschikbare budgetten. De bezuiniging die de Veiligheidsregio per 1 januari 2016
gerealiseerd moet hebben beloopt, op basis van eerdere bestuurlijke besluitvorming, een bedrag van
structureel 7.3 miljoen euro.
Gezien de ontwikkeling van het Gemeentefonds heeft het Algemeen Bestuur op 28 maart 2013 besloten
tot een aanvullende structurele bezuiniging voor de Veiligheidsregio, en wel van 11 ten opzichte van de
gemeentelijke bijdrage 2014. Deze structurele bezuiniging dient met ingang van 2016 gerealiseerd te
worden; het gaat voor de Veiligheidsregio om een structureel bedrag van 0,6 miljoen euro.
Dit betekent dat de Veiligheidsregio MWB met ingang van 2016 een structurele bezuiniging van in totaal
7,9 miljoen euro dient te realiseren en ook zal realiseren, hetgeen overeen komt met circa 13,5% ten
opzichte van de gemeentelijke bijdragen aan de Veiligheidsregio.
-2-