>)S&< Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40726]
Beoordeling zienswijze
Verlegging van de beek
In het kader van het bestemmingsplan is onderzocht wat de gevolgen zijn van de beoogde ontwikkelingen
op het gebied van water. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in het rapport
"Waterparagraaf Park de Bavelse Berg te Breda (Grontmij, 2012)" Deze resultaten zijn tevens besproken
met het waterschap (zogenaamde verplichte watertoets voortkomend uit Besluit ruimtelijke ordening).
De gemeente dient bij de ontwikkeling en realisatie van het Park de Bavelse Berg rekening te houden met
het beleidskader van het waterschap. Het beleid en de uitwerking van Waterschap Brabantse Delta staat
beschreven in het Waterbeheerplan 2010-2015 en zijn uitgewerkt in de beleidsregel Hydraulische
randvoorwaarden 2009". Een belangrijke voorwaarde in dit beleid is dat er hydrologisch neutraal gebouwd
dient te worden. Het huidige grond- en oppervlaktewaterregime mag dus niet verslechteren. Ook is er een
afvoemorm opgesteld. De landbouwkundige afvoer moet dus gewaarborgd zijn Kortom, de
waterhuishouding in het gebied mag niet verslechteren door deze ontwikkeling.
Over een groot deel van het plangebied ligt de bestemming Waterstaat - Waterbergingsgebied. In het
bestemmingsplan is geregeld dat er pas gebouwd kan worden als een hydrologisch onderzoek aantoont
dat het werk geen gevolgen heeft voor de waterbergingscapaciteit, dan wel dat het verlies aan berging
elders binnen het totale plangebied wordt gecompenseerd. Bij een eventuele aanpassing aan de
belangrijke waterlopen is tevens een watervergunning nodig van het waterschap.
Onkruid
De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van haar eigendommen Uiteraard
heeft de initiatiefnemer zich ook te houden aan de provinciale Akkerdistelverordening uit 2007 Hierin
staat dat er voor de bloei van de akkerdistels gemaaid moet worden indien de akkerdistels binnen 100
meter van landbouwpercelen staan.
Er zijn verder geen verplichtingen voor de initiatiefnemer om Jacobskruid te bestrijden. Jacobskruid is een
pionierssoort die zich niet kan handhaven in goed ontwikkelde natuurgebieden De verwachting is dan ook
dat de soort niet massaal voor gaat komen in het gebied bestemd als natuur.
Ganzen
Ganzen houden van grote open gebieden waar vers (landbouw-) gras aanwezig is en waar veel open
water aanwezig is. De ontwerpschets zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan doet vermoeden
dat er veel permanent water in het gebied komt. Dit is niet correct. Binnen het plangebied zullen de beken
zoveel als mogelijk natuurlijk worden ingericht. Dat betekent dat er flauwe oevers worden gegraven en de
beek licht slingerend wordt aangelegd. Daarnaast wordt een groot gebied geschikt gemaakt om bij
extreme buien onder water te kunnen zetten. Deze gebieden zullen dus alleen met extreme regenval
onder water lopen en zodra de bui over is weer leeg lopen via de beek Mogelijk dat er wel enkele poelen
worden aangelegd in het natuurgebied voor amfibieën waar vrijwel altijd water in zal staan. In het
plangebied is relatief weinig "nieuw" gras voorzien, daar een groot deel van het plangebied bebouwd gaat
worden en een ander deel wordt aangelegd als natuur.
Natuurwaarde van het gebied
In totaal is ruim 8 ha grond direct bestemd als natuur. Dit is los van al het groen rondom de nieuw aan te
leggen wegen en het evenemententerrein. Het betreft dus een aanzienlijk deel van het gehele plangebied
In het plangebied komen twee beken bij elkaar, de Gilzewouwerbeek en de Molenleij Samen gaan deze
beken samen verder richting de stad als Molenleij. De beken hebben nu het profiel van een
afwateringssloot Dat wil zeggen steile oevers en een diepe beekbodem, primair ingericht om water zo
snel mogelijk af te voeren richting de singels. Hoge natuurwaarden zijn vooral te vinden op gradiënten
Gradiënten zijn bijvoorbeeld de overgang van nat naar droog en van hoog naar laag etc. Een flauwe
oever geeft dus meer ruimte aan deze gradiënten Zo zullen er zowel planten komen die van natte
omstandigheden houden, planten die gedijen in moerassige omstandigheden en soorten die van droge
omstandigheden houden. Dit brengt vervolgens weer een grote variatie met zich mee in het aantal
soorten vlinders en libellen die hiervan gaan profiteren. Door het profiel van de beek verder aan te passen
is het mogelijk dat er ook meer gelegenheid ontstaat voor vissen die in de ondiepere delen van het
nieuwe beekprofiel hun eieren kunnen afzetten.
-9-