Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40726] Verder langs de beken hebben in het verleden al diverse projecten plaatsgevonden ten behoeve van natuurontwikkeling. Zo is de gehele Molenleij ten westen van de snelweg (in het stedelijk gebied) geheel natuurlijk ingericht. Diverse bijzondere soorten zijn hier te vinden waaronder de zeldzame orchideeën en knolsteenbreek. Dit maakt de potentie van dit nieuwe natuurgebied zeer groot. Zeer recent is nog een stuk van de Gilzewouwerbeek heringericht. De beken verbinden deze gebieden allemaal aan elkaar. Het gebied heeft naast natuur ook als doel om water te kunnen bergen. Binnen het natuurgebied kan het water van de beek dan gecontroleerd buiten zijn oever treden, zodat het water elders niet voor overlast kan gaan zorgen. Uiteraard heeft de natuurlijke inrichting van dit gebied ook de positieve werking als natuurlijke buffer tussen het agrarische buitengebied en de nieuwe bebouwing Het is aan de initiatiefnemer om het in het onderhoud te voorzien. Dit is privaatrechtelijk vast gelegd. Conclusie De zienswijze ongegrond te verklaren 9. A.J.E.M. Vosselmans Inhoud zienswijze Appellant geeft aan de woning van zijn moeder aan de Dorstseweg 38 over te willen nemen. Echter in de zienswijze geeft hij aan te verwachten dat de plannen voor het Park de Bavelse Berg het woongenot, de rust en wellicht ook de waarde van de woning negatief zullen beïnvloeden. Beoordeling zienswijze Het uitzicht vanuit de woning Dorstseweg heeft onmiskenbaar een zekere kwaliteit. In de ruimtelijke ordening is vrij uitzicht echter geen recht op basis waarvan ontwikkelingen geen doorgang zouden kunnen vinden. Gezien de ruimtelijke opzet van Park de Bavelse Berg is met de belangen van bezwaarmaker rekening gehouden en voldoen de diverse aspecten (geluidoverlast, verkeerstromen, etc.) aan de daarvoor geldende wettelijke normen. Daar komt bij dat de omvangrijke natuurlijke buffer tussen de ontwikkeling en de Dorstseweg mede in het plan opgenomen is als afscherming en voor het behoud van de waarden zoals deze door appellant zijn benoemd. Het staat appellant vanzelfsprekend vrij om ten behoeve van de huidige eigenares van de woning na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een claim om tegemoetkoming planschade bij het College van Burgemeester en Wethouders in te dienen. Conclusie Deze zienswijze ongegrond te verklaren 10. ZLTO, afdeling Breda Inhoud zienswijze Appellant vraagt aandacht voor de waterhuishoudkundige aspecten van het plan naar aanleiding van de beoogde maatregelen voor waterberging en waterretentie in het plangebied en de mogelijke negatieve effecten die hieruit voortvloeien voor de omliggende percelen van agrarische ondernemers. Bij de mogelijke effecten hiervan wordt nergens aangegeven dat dit ook voorkomen dient te worden buiten het plangebied. Appellant vraagt zich daarnaast af hoe de permanente afvoer van de Molenleij, Gilzewouwerbeek en Willekensloop gegarandeerd zullen worden teneinde vernatting van de aanliggende gronden te voorkomen. Verder wordt in de toelichting (paragraaf 5.1) onvoldoende inzichtelijk gemaakt wat de voorgestane inundatie voor gevolgen heeft voor het bestaande oppervlaktewatersysteem buiten het plangebied Appellant zet tot slot vraagtekens bij de conclusie dat met de beoogde maatregelen ter compensatie van de Bavelse berg voldoende invulling wordt gegeven aan de regionale waterbergingsopgave. -10-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 34