Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40726]
aan bezoekers alternatieven worden aangeboden om bij het evenement te komen. Daarbij kan gedacht
worden aan alternatieve parkeerlocaties elders in de omgeving met een aansluitende shuttlebus. Ook kan
gedacht worden aan het instellen van een incidentele, directe busverbinding met het centraal station van
Breda. Voor deze busverbindingen zijn speciale toegangspunten tot het Park de Bavelse Berg gecreëerd.
Hierdoor kan via deze routes maximaal "vervoersrendement" worden bereikt. Deze alternatieve
vervoerswijzen worden afgestemd op de aard van het evenementen en de verwachte bezoekersstroom.
Hierdoor is ieder mobiliteitsplan uniek en optimaal toegesneden op de vervoerssituatie De gemeente
beoordeelt de mobiliteitsplannen die per evenement worden opgesteld en bepaalt uiteindelijk of deze
goedgekeurd worden.
Naast goede mobiliteitsplannen is de feitelijke doorstroming één van de belangrijkste aspecten van een
goed functionerend evenemententerrein. Op dit moment worden door de gemeente en externe betrokken
partijen hiervoor de randvoorwaarden en uitgangspunten opgesteld en wordt bekeken hoeveel verkeer er
straks zal zijn en hoe dit optimaal kan worden afgewikkeld. Uiteraard is het daarbij van belang dat de
doorstroming op de rijksweg A27 en de Zuidelijke Rondweg, alsmede andere (hoofd)wegen, wordt
gegarandeerd. Daarnaast wordt met behulp van de software in de verkeersregelautomaten gekeken of er
nog speciale regelprogramma's geschreven, die pieken als gevolg van grote evenementen op kan
vangen. Momenteel draait de verkeersregelautomaat een software programma dat gericht is op het zo
optimaal mogelijk ontsluiten van het verkeer komende van en naar de stad. Op het moment dat er een
evenement is, zijn er andere verkeersstromen waardoor de verkeersregelautomaat een ander programma
kan draaien.
Daar waar toch ondanks alle inspanningen opstoppingen ontstaan, zal de gemeente handhaven en
aandringen op een verscherping van de mobiliteitsplannen om opstoppingen ten tijde van toekomstige
evenementen uit te sluiten.
Tot slot is privaatrechtelijk vastgelegd dat de evenementenzone niet in gebruik mag worden genomen als
de toeleidende infrastructuur (conform eisen en wensen gemeente en Rijkswaterstaat) niet is
goedgekeurd.
Parkeren
In tegenstelling tot wat in de zienswijze wordt beweerd is er nog geen beslissing genomen over betaald
parkeren in het plangebied: hetzij bij de detailhandel, hetzij bij evenementen. Uitgangspunt is dat er geen
overlast in de directe omgeving ontstaat. Uitgangspunt is echter wel dat er sprake is van vrij parkeren Bij
die evenementen, waartoe een mobiliteitsplan opgesteld dient te worden, is het streven te werken met
combitickets. Dit zijn toegangskaarten waarbij ook een parkeerkaart in de prijs is inbegrepen. Dit houdt in
dat de parkeerterreinen die beschikbaar zijn ten volle benut zullen worden en van wild parkeren in de
omgeving geen sprake zal zijn. Daar waar er toch geparkeerd wordt op niet daartoe bestemde terreinen
zal de gemeente handhaven.
Als er alsnog besloten wordt dat er sprake is van betaald parkeren, zal de initiatiefnemer de gemeente
moeten aangeven hoe voorkomen wordt dat parkeeroverlast in de omgeving ontstaat. Dit is onderdeel
van het mobiliteitsplan dat bij het betreffende evenement hoort. Daarbij komt dat ervaring leert dat
bezoekers vaak wel bereid zijn om een klein bedrag te betalen om dichtbij de bestemming te staan i.p v
een flink stuk te lopen Monitoring, evaluatie en indien noodzakelijk maatregelen in de vorm van
handhaving en een tijdelijk parkeerverbod vormt een belangrijk onderdeel bij betaald parkeren
Conclusie
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
13. GR Nazorg Gesloten Stortplaatsen
Inhoud zienswijze
Aangezien de mogelijke effecten van de plannen op de eeuwigdurende nazorg van de gesloten
afvalberging niet in beeld zijn bestaat er bij appellant terughoudendheid ten aanzien van de ontwikkeling
van de gesloten afvalberging Bavel-Dorst. Dit richt zich met name tegen de mogelijke negatieve
beïnvloeding van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater, kans op perforatie van de
afdichtingslaag van de afgesloten afvalberging, mogelijke ongewenste waterintreding in de teen van de
-14-