Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40726] afvalberging en potentiële negatieve gevolgen op de grondwaterkwaliteit ten gevolge van mogelijke bronneringen in de omgeving van de voormalige stortplaats. Appellant maakt zich vanuit haar rol als financier van de nazorgactiviteiten door Grontmij, zorgen over de wijze van implementatie van de gebruiksbeperkende aspecten die gesteld worden in het Hergebruikplan. Het niet of onvoldoende naleven van de gebruiksbeperkingen kan grote financiële gevolgen hebben voor appellant. Appellant vraagt aan te geven hoe het toezicht op de planvorming en uitvoering wordt gewaarborgd en hoe en in hoeverre de gemeente als 'bevoegd gezag omgevingsvergunning hier borg voor staat. Waar worden de verantwoordelijkheden vastgelegd? Onduidelijk is volgens appellant waar en hoe de bereikbaarheid van de afvalvoorziening geregeld is in het bestemmingsplan Dit nu in de commentaarnota is gesteld in dit kader dat de toelichting en de regels ten aanzien hiervan zijn aangevuld. Beoordeling zienswijze Grontmij is eigenaar van de voormalige stortplaats (en als zodanig belast met de eeuwigdurende nazorg; De Regio West Brabant (RWB) draagt de financiële verantwoordelijkheden met betrekking tot de nazorg. De essentie van de zienswijze is dat appellant zich ernstige zorgen maakt dat door onverhoopt onoordeelkundig bouwen op de voormalige stortplaats de Gemeenschappelijke Regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen (GR NGS) voor zware financiële lasten zal worden geplaatst. De zorg van de GR NGS richt zich op de bouwkundige aspecten die direct met het bouwen samenhangen. Bouwkundige zaken, zoals bijvoorbeeld funderingswijze en materiaalgebruik, behoren echter grotendeels tot de werkingssfeer van het Bouwbesluit en niet tot die van het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan kunnen onderwerpen als bouwmassa, bouwvlakken en gebruik geregeld worden, overige aspecten worden geborgd in de omgevingsvergunningen. In verband met de eeuwigdurende nazorg voor de voormalige afvalberging is een Nazorgplan opgesteld waarin alle maatregelen die in dit verband moeten worden getroffen, zijn vastgelegd. Dit Nazorgplan laatste versie (4) d.d. 12 juli 2007, is onderdeel van de Omgevingsvergunning voor de voormalige afvalberging De nazorgverplichting ligt bij Grontmij als voormalige exploitant, de financiering hiervan geschiedt door de Gemeenschappelijke Regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen. Dit is vastgelegd in de overeenkomst tussen GR Nazorg Gesloten Stortplaatsen en Grontmij, laatste aanvulling d.d. 1 oktober 2003. Het nazorgplan, dat geen betrekking op mogelijke ontwikkelingen, is onderdeel van de milieuvergunning, waardoor naleving derhalve bestuursrechtelijk afdwingbaar is In verband met het bebouwen van de voormalige afvalberging is een Hergebruikplan noodzakelijk waarin de eisen vastliggen waaronder deze locatie bebouwd en gebruikt mag worden. In 2007 was dit verplicht op basis van de Provinciale Milieuverordening en was de Provincie Noord-Brabant bevoegd gezag, thans ligt deze bevoegdheid bij de gemeente Breda in het kader van de Omgevingsvergunning In verband met het Hergebruikplan is in 2008, op advies en na overleg met Bouw Woningtoezicht van de gemeente Breda, door Deltares onderzoek gedaan naar de geotechnische haalbaarheid van bouwen op de voormalige afvalberging Bavel in relatie tot de ontwikkeling van De Bavelse Berg. Hierbij is een pilot uitqevoerd in de vorm van het aanbrengen van proefbelastingen (zandlichamen en stelconplaten) om zettingseffecten te beoordelen. Hiervoor zijn ter plaatse van de zandlichamen en de stelconplaten circa 145 zakbakens geplaatst met sensoren. De zetting is gedurende ruim 6 maanden een aantal keren per uur gemeten. Deze gegevens zijn verwerkt in zettingsmodellen. Geconcludeerd is dat bouwen op de voormalige afvalberging mogelijk is. Wel dient een aantal zaken in acht te worden genomen Zo zal voorafgaand aan de bouw een voorbelasting moeten plaatsvinden (gedurende 6 maanden) met hetzelfde gewicht als het toekomstige gebouw. Eventuele verschilzettingen worden ondervangen door het gebouw op stelschroeven te zetten In het Hergebruikplan wordt uitgebreid ingegaan op de te nemen maatregelen ter borging van de aanwezige voorzieningen. Er moet in alle gevallen gefundeerd worden op staal. Ook is het maximale hellingspercentage vastgesteld waarop gebouwd mag worden zonder aanvullende verankering Om de afdeklaag te beschermen moet verder een afstand van tenminste 50 cm worden aangehouden van de bovenafdichting De folie dient bereikbaar te blijven en dient te kunnen worden vervangen op basis van het Nazorgplan (tenzij de minerale en folie afdichtingconstructie nog in goede conditie is of tegen die tijd andere technische maatregelen ontwikkeld zijn die het geheel of gedeeltelijk vervangen van de afdichtingconstructie overbodig maken). De ondergrond stelt ook bepaalde eisen aan de bebouwing t.a v -15-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 39