Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40726]
Lijndonk Tervoort is inmiddels ingetrokken bij het vaststellen van de beleidsregels Stedelijke
programmering 2020, Koers gezet' in 2010. De aanleiding voor de nota Koers Gezet was de veranderde
prognose van de demografische ontwikkelingen ten opzichte van de prognoses die bij het maken van de
Structuurvisie 'Stad in Evenwicht' (2007) zijn gehanteerd. In Koers Gezet is onder andere de keuze
gemaakt om Lijndonk-Tervoort niet te ontwikkelen. Het Structuurplan Breda-Oost (Bavel, Beek en Berg)
wordt ingetrokken bij het vaststellen van de Structuurvisie 2030, die in 2013 zal worden afgerond en die
de Structuurvisie 'Stad in Evenwicht' zal vervangen.
Omdat de gemeente Breda nog geen nieuwe integrale visie voor Breda-Oost heeft vastgesteld is in de
Verordening Ruimte 2012 logischerwijs uitgegaan van bovengenoemde structuurplannen In het kader
van de Structuurvisie 2030, de ontwikkeling van Bavel Zuid en van Park de Bavelse Berg is inmiddels een
conceptvisie voor Breda-Oost geformuleerd, die is afgestemd op de bijgestelde prognoses ten aanzien
van de demografische ontwikkelingen, leegstand op de kantorenmarkt en op de veranderde vraag naar
bedrijventerreinen.
De Structuurplannen Breda-Oost en Lijndonk-Tervoort gingen uit van een landschappelijk casco van
beekdalen die als buffer fungeerden tussen de verschillende stedelijke ontwikkelingen. In de conceptvisie
blijft het casco van beekdalen overeind. Zij vormen echter niet langer een buffer, maar een duurzame
afronding van de ontwikkelingen binnen Park de Bavelse Berg en Bavel-Zuid. Lijndonk-Tervoort blijft
agrarisch gebied en de beekdalen vormen een duidelijke grens tussen stedelijk en landelijk gebied
In het Structuurplan Breda-Oost was voor Bavel-Zuid een maximum aantal van 1.000 woningen
opgenomen. In de conceptvisie is dit aantal teruggebracht naar maximaal 100 woningen. Het doel ten
aanzien van de kantorenmarkt is beter inspelen op de vraag, ook in kwalitatieve zin. Daarbij richt Breda
zich niet zozeer op individuele vastgoedobjecten, maar veel meer op gebieden. Ten aanzien van de
ontwikkeling van kantoren ligt de prioriteit in Breda bij de gebiedsontwikkeling rondom het station (Via
Breda). Aan de oostzijde van de stad is in de periode tot 2020 kantoorontwikkeling mogelijk op het Digit
Pare en op de locatie Meulenspie Daarnaast kunnen op enkele locaties langs de Claudius Prinsenlaan
kantoren worden ontwikkeld. Breda ziet af van kantoorontwikkeling direct aan de A27
Het nieuw te ontwikkelen robuuste natuur- en waterbergingsgebied ligt in Zoekgebied verstedelijking Het
biedt echter de kans om een landschapsecologische verbinding tussen het beekdal van de
Gilzewouwerbeek en de Molenleij te vormen. Waar de Groenblauwe mantel Verordening stopt ter hoogte
van de voormalige afvalberg, zowel wat betreft de Molenleij als de gilzewouwerbeek, verbindt het
natuurgebied de twee beekdalen met elkaar, zodat de Groenblauwe Mantel een aaneengesloten casco
kan gaan vormen.
De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan om op die manier het groene karakter van
het gebied Integratie stad-land beter te kunnen waarborgen. De kavelgrenzen op het bedrijventerrein die
direct zichtbaar zijn vanaf de A27 worden voorzien van laanbeplanting. Dit wordt in de Planregels van het
bestemming Bedrijventerrein vastgelegd en tevens wordt hierin opgenomen dat perceelsgrenzen aan de
zij- en achterkant dienen te worden beplant (beheer en onderhoud geschiedt door de Parkmanagement-
organisatie.) Tevens wordt in de Planregels vastgelegd dat de bebouwing zich met de representatieve
zijde naar de A27 moet oriënteren.
Daarnaast mag de bebouwing aan de zuidkant van het bedrijventerrein niet hoger worden dan 12 meter
zodat deze wegvalt achter de opgaande beplanting van de groene verbinding die tussen de zandwinplas
en het robuuste natuur- en waterbergingsgebied wordt gerealiseerd. Aan de oostzijde tenslotte (de
beekdal- en natuurgebiedzijde) wordt ingezet op een informele groenaanplant. Vanwege de beplanting in
het natuurgebied ontstaat immers een coulissen'-achtige zicht op de bebouwing, in combinatie met de
informele groenaanplant vloeit het landschap op zachte wijze in het bedrijventerrein Ook hier speelt het
Parkmanagement een rol in het beheer en onderhoud van deze beplanting
Kwaliteitsverbetering van het landschap
De provincie vraagt alsnog om een verantwoording wat de minimale noodzakelijke tegenprestatie voor de
kwaliteitsverbetering van het landschap dient te zijn op basis van artikel 2.2. van de Verordening ruimte
en er dient zeker te worden gesteld dat die verbetering ook gelijktijdig wordt ontwikkeld
-37-