>&K< Gemeente Breda
■'V Raadsvoorstel
Registratienr: 40947]
14.EMC namens Van Campenhout BV en de heren J.M.J.M. van Campenhout en A.P.F.M van
Carmpenhout;
15.M.A.P. Trommelen;
16.De heer I.A.F. van Dijnsen;
17.M.J. Volders;
18. Ballast Nedam,
19.Schonk, Schul Compagnie;
20.De heer C B.A. van Poppel.
Alle zienswijzen zijn ontvankelijk. De zienswijzen zijn hieronder samengevat weergegeven. Dit betekent
niet dat die onderdelen die niet expliciet worden genoemd, niet in de beoordeling zijn betrokken. De
zienswijzen zijn in zijn geheel beoordeeld. Tevens is aangegeven in hoeverre de zienswijze gegrond of
ongegrond is, alsmede of en hoe de zienswijze verwerkt is in het bestemmingsplan.
1. Thebe
Samenvatting
Indiener is met de gemeente in overleg getreden over ontvlechting en herontwikkeling van terrein Lucia-
Haga. Door de gemeente is toegezegd dat rekening gehouden zou worden met het stedenbouwkundig
plan dat naar aanleiding van deze gesprekken is opgesteld. Er zijn 4 omgevingsvergunningen voor 4
percelen uit het stedenbouwkundig plan aangevraagd; voor een deel is nog geen vergunning
aangevraagd. Het bestemmingsplan maakt echter herontwikkeling van dit perceel niet mogelijk. Verzocht
wordt het bestemmingsplan dusdanig aan te passen, zodat dit deel ook herontwikkeld kan worden. Het
stedenbouwkundig plan is immers een "totaal-plan".
Verder heeft indiener nog opmerkingen met betrekking tot de bouwregels.
Beoordeling
Naar aanleiding van een overleg met indiener en een aangepast stedenbouwkundig plan, is besloten de
verbeelding ter plaatse aan te passen De te realiseren woningen, waarvoor een omgevingsvergunning is
verleend, zijn deels immers zelfstandige woningen De nieuwbouwwoningen waar ook zorg wordt
aangeboden, hebben de maatschappelijke bestemming behouden. Het stedenbouwkundig totaal-plan
waarnaar indiener verwijst, is daarmee wat betreft die delen waarvoor reeds een omgevingsvergunning is
verleend, positief bestemd. Verder zijn specifieke bouwregels voorde woningen opgenomen.
Tot slot is op de locatie, die in het vigerende bestemmingsplan als ontwikkellocatie was aangeduid en
waar al een maximale bouwhoogte van 28 meter was toegestaan, het bouwvlak en de aanduiding
'maximale bouwhoogte gewijzigd. Deze hoogte is gewijzigd van 16 meter naar 28 meter. Indien deze
locatie echter herontwikkeld gaat worden ten behoeve van woningen (waarbij de zorg ondergeschikt is),
zal een initiatiefplan ingediend moeten worden, dat via de zogenaamde "intakeprocedure" beoordeeld en
getoetst kan worden. Aangezien er op dit moment geen concreet plan is, is herontwikkeling van deze
locatie dus niet direct mogelijk gemaakt in het voorliggende bestemmingsplan.
De verbeelding en planregels zijn aangepast ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan
Conclusie
Op grond van bovenstaande achten wij de zienswijze deels gegrond en deels ongegrond.
2. BB Architecten namens de heer E.J.A.M. van der Sande, Haaqweq 389
Samenvatting
In het vigerende bestemmingsplan 'Princenhage is het perceel Haagweg 389 bestemd als 'Gemengde
doeleinden'. In het nieuwe bestemmingsplan is het perceel voor centrumdoeleinden bestemd. In beide
gevallen is wonen op de verdieping toegestaan. Echter in het nieuwe bestemmingsplan is
woningvermeerdering niet toegestaan Het pand is niet meer in zijn geheel te verhuren als kantoorpand
Gezien de monumentale status is het wenselijk dat het pand exploitabel blijft. De enige mogelijkheid
hiervoor is om 4 tot 5 zelfstandige appartementen te realiseren op de verdiepingen. Verzocht wordt dit
mogelijk te maken in het voorliggende bestemmingsplan.