Afdeling II Vergunninggebieden. vergunningen en bezoekersregelingen
°f
Zwerfvergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en belanghebbendenplaatsen binnen
meerdere of alle daartoe vastgestelde vergunninggebieden. De zwerfvergunningen worden onderverdeeld in
zakelijke en non-profitvergunningen. Zwerfvergunningen worden conform de in artikel 9 vastgestelde
voorwaarden verleend.
Artikel 2 Verlening vergunning
Op het aanvragen van een vergunning zoals bepaald in de artikelen 4 tot en met 7 en 9 tot en met 14 beslist het college
voor de eerstvolgende 1 maart.
Artikel 3 Aanwijzen vergunninggebieden, tijdstippen
1Het college kan gebieden aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders op zowel
belanghebbendenplaatsen als parkeerapparatuurplaatsen.
2. Het college kan individuele straten en gedeelten van het Stadshart aanwijzen, waarvan de bewoners onder
nader te noemen voorwaarden een vergunning kunnen verkrijgen in hiertoe aangewezen vergunninggebieden,
zoals genoemd in lid 1
3. Het college kan een of meer parkeerterreinen aanwijzen die mede bestemd zijn voor het parkeren door
overige vergunninghouders en kort parkeren (parkeerapparatuurplaatsen) als bedoeld in artikel 10.
4. Het college kan per gebied, zoals genoemd in lid 1, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan
vergunninghouders is toegestaan.
5. Het college kan gebieden aanwijzen waarbinnen parkeren voor bezoekers van huishoudens op straat is
toegestaan.
6. Het college kan gebieden aanwijzen waarbinnen parkeren voor bezoekers van huishoudens in garages is
toegestaan.
7. Het college kan per gebied, zoals genoemd in lid 1, de tijdstippen vaststellen waarbinnen de
bezoekersvergunningen en de bezoekersregeling gebruikt kunnen worden.
8. Het college duidt de als belanghebbendenplaats aangewezen gebieden uit het eerste lid aan met bord E9, met
het opschrift zone, uit bijlage I van het RVV 1990;
Artikel 4 Basisvergunningen huishoudens
1Een huishouden komt in aanmerking voor maximaal één basisvergunning, geldig binnen een conform artikel j
aangewezen vergunninggebied, indien:
a. de aanvrager uit dat huishouden staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie
Persoonsgegevens van de gemeente als bewoner van dat huishouden binnen het betreffende vergunninggebied,
b. de aanvrager uit dat huishouden staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie
Persoonsgegevens van de gemeente als bewoner van dat huishouden in het gedeelte Stadshart dat conform
artikel 3, tweede lid, hiertoe door het college is aangewezen;
én
c. de aanvrager uit dat huishouden eigenaar of houder is van een motorvoertuig, op welk kenteken de
vergunning afgegeven wordt, of eigenaar of houder is van een brommobiel,
d. de aanvrager uit dat huishouden woonachtig is in een woning waartoe geen eigen parkeergelegenheid
behoort dan wel wanneer deze aanvrager niet kan of had kunnen beschikken over eigen parkeergelegenheid.
2. Indien een aanvrager conform het bepaalde in lid 1 in aanmerking komt voor een basisvergunning, kan het
college deze vergunning verlenen indien de beschikbare parkeerruimte dat naar het oordeel van het college
toelaat.
3. Indien een aanvrager conform het bepaalde in lid 2 in aanmerking komt voor een basisvergunning en deze
vergunning niet verleend wordt omdat de beschikbare parkeerruimte dat naar het oordeel van het college niet
toelaat, wordt deze aanvrager op een wachtlijst geplaatst.
Pagina 3 van 9