2. De geldigheidsduur van de bezoekersvergunning is voor maximaal de in de CIZ-indicatie ofWMO- beschikking gestelde termijn. Na afloop van deze termijn dient een nieuwe aanvraag ingediend te worden. Artikel 13 Bezoekersregeling straat 1. leder huishouden in een door het college op grond van artikel 3, vijfde lid aangewezen gebied, heeft in beginsel recht op één bezoekersregeling straat, indien de aanvrager van de bezoekersregeling straat staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens van de gemeente als bewoner van dat huishouden binnen het betreffende vergunninggebied. 2. Het college kan nadere regels en voorwaarden stellen aan het gebruik van de in lid 1 genoemde bezoekersregeling straat (waaronder tarief, venstertijd, geldigheidsduur, maximale bezoekuren per huishouden per tijdseenheid, etc.). Artikel 14 Bezoekersregeling garage 1. Ieder huishouden in een door het college op grond van artikel 3, zesde lid aangewezen gebied, komt in aanmerking voor een bezoekersregeling garage, indien de aanvrager van de bezoekersregeling garage staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens van de gemeente als bewoner van dat huishouden binnen het betreffende vergunninggebied. 2. Het college kan nadere regels en voorwaarden stellen aan het gebruik van de in lid 1 genoemde bezoekersregeling garage (waaronder tarief, venstertijd, geldigheidsduur, maximale bezoekuren per huishouden per tijdseenheid, etc.). Artikel 15 Prioriteitstelling vergunningverlening Het college verleent de hiervoor genoemde vergunningen onder de volgende prioriteitsstelling: a. Per gebied gaan per categorie (d.w.z. basisvergunning, 1e jaarvergunning, 2e jaarvergunning etc), huishoudens vóór bedrijven en wordt bij de uitgifte van vergunningen aan huishoudens, prioriteit gegeven aan huishoudens waarvan de aanvrager in het bezit is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart en een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. b. Vervolgens worden per gebied de basisvergunningen uitgegeven, voor zover de beschikbare parkeercapaciteit in het door het college conform artikel 3 aangewezen gebied dit naar het oordeel van het college toestaat. De ontvangstdatum van aanvraag bepaalt de volgorde van uitgifte. c. Nadat de onder b genoemde basisvergunningen zijn verleend, worden, indien de beschikbare parkeercapaciteit het toelaat, vervolgens de eerste jaarvergunningen geldig voor het vigerende kalenderjaar uitgegeven, waarbij de ontvangstdatum van aanvraag de volgorde van uitgifte bepaalt. d. Nadat de onder c genoemde eerste jaarvergunningen zijn verleend, worden, indien de beschikbare parkeercapaciteit dit naar het oordeel van het college toelaat, vervolgens de tweede en daarna de volgende jaarvergunningen per categorie uitgegeven, waarbij de ontvangstdatum van aanvraag de volgorde van uitgifte bepaalt. Artikel 16 Maximaal aantal vergunningen 1In ieder door het college conform het bepaalde in artikel 3 aangewezen vergunninggebied wordt het aantal verstrekte basis- en jaarvergunningen in beginsel gemaximaliseerd op 120% van het aantal beschikbare parkeerplaatsen. 2. Het college kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, in een op grond van artikel 3 aangewezen vergunninggebied een ander maximum percentage vaststellen, waarbij zij ondermeer rekening houdt met specifieke gebiedsafhankelijke factoren. 3. Indien een gebouw of een perceel over een aantal parkeerplaatsen beschikt, welke exclusief bestemd zijn voor de gebruikers/bewoners van dat gebouw, zal dit aantal in mindering worden gebracht op het maximale aantal voor dat gebouw of perceel te verstrekken basisvergunningen. Nadat de capaciteit voor dat gebouw of perceel is bepaald op het verschil tussen het aantal potentiële aanvragers en het aantal parkeerplaatsen, worden alle extra aanvragen voor basisvergunning geweigerd. Pagina 6 van 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 107