Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 41272]
5. De termijn voor het indienen van zienswijzen op de ontwerpbegroting is op uitdrukkelijk verzoek van
enkele deelnemers, waaronder uw raad, verlengd van 6 naar 10 weken. Deze termijn sluit aan bij de
termijn die ook wordt opgenomen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke
regelingen. Gebleken is, dat een termijn van zes weken te kort is om de vereiste besluitvorming via
gemeenteraden en provinciale staten tijdig te laten verlopen
6 Bij het opzetten van de financiële structuur van de OMWB en ook in het kader van de gesprekken die
zijn gevoerd met kredietinstellingen over het aantrekken van een geldlening ter dekking van de
transitiebegroting is door deze kredietinstellingen de opmerking gemaakt dat in de GR een expliciete
bepaling ontbreekt, waarin met zoveel woorden is vastgelegd dat de deelnemers, zowel tijdens het
functioneren van de dienst als bij liquidatie, aansprakelijk zijn voor verplichtingen die door de OMWB
worden aangegaan. In het verleden heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties in een circulaire van 8 juli 1999 aan dit onderwerp aandacht besteed en heeft het
ministerie voorgesteld om in bestaande en in nieuwe gemeenschappelijke regelingen daartoe
strekkende bepalingen op te nemen om de kredietverleners op deze punten zekerheid te verschaffen.
In de circulaire is een modelbepaling opgenomen die in de GR van de OMWB opgenomen had
moeten worden. Dat is niet gebeurd en dient alsnog plaats te vinden, omdat kredietverleners die
voorwaarde stellen bij het verstrekken van middelen aan de OMWB. In het wijzigingsbesluit zijn deze
bepalingen meegenomen in een nieuw artikel 30a en in een derde lid, dat aan artikel 31 is
toegevoegd.
7 In artikel 32, lid 2 is vastgelegd, dat de archiefbewaarplaats van het Regionaal Archief te Tilburg
gebruikt zal worden voor het bewaren van over te brengen archiefbescheiden van de OMWB.
Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het bijgevoegde ontwerp-besluit en de bijbehorende memorie
van toelichting.
Voorgestelde zienswijze
In de vorig jaar getekende GR is opgenomen dat leden van het Dagelijks bestuur (DB) uit en door het
Algemeen bestuur (AB) worden gekozen (artikel 14, lid 3). Verder zijn in de GR de bevoegdheden
opgenomen die het AB heeft ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Vanuit de dualiseringsgedachte is het wenselijk dat er een meer strikte en transparantere scheiding komt
tussen AB en DB, zoals ook al gebruikelijk is bij het rijk, de gemeenten en de provincie. Deze scheiding
kan het beste worden gerealiseerd door de GR zo aan te passen dat leden van het AB niet gelijktijdig lid
van het DB mogen zijn Daarnaast kan het vanuit het oogpunt van een krachtdadig bestuur wenselijk zijn
dat het DB bepaalde bevoegdheden krijgt via een mandaat- of delegatieregeling vanuit het AB (voor zover
de Wet gemeenschappelijke regelingen zich hier niet tegen verzet). Een dergelijke mogelijkheid is nu
echter niet opgenomen in de GR. zodat formeel gezien bijna alle besluiten moeten worden genomen door
het AB.
Nadat u ons toestemming heeft verleend om in te stemmen met de wijziging van de GR zal uw
toestemming en onze instemming via portefeuillehoudersmandaat (wethoudersomslag) aan de OMWB
worden meegedeeld. In deze brief zullen wij de OMWB verzoeken bij de eerstvolgende wijziging de GR
op de twee hiervoor genoemde punten aan te passen
Afwegingen
N v.t.
Juridisch
Ingevolge artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen dienen de colleges van de
gemeentebesturen alsmede Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant (GS) in te stemmen
met de wijziging van de GR. Alvorens dit te doen moeten zij echter wel toestemming hebben van hun
gemeenteraden en, in het geval van GS, van provinciale staten. Op grond van het tweede lid van dat
artikel kan de toestemming slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen
belang.
Financieel
Dit voorstel heeft geen financiële consequenties.
-2-
