Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 41255] Hieronder worden de vrijwillig te regelen onderwerpen aangegeven en de reden van de keuze. Wel gekozen voor het volgende. In de huidige Drank- en Horecaverordening Breda 2001 werd reeds geregeld dat aan een Drank- en Horecavergunning beperkingen konden worden gesteld voor bepaalde inrichtingen zoals buurthuizen, sportkantines, kerkelijke rechtspersonen en onderwijsinstellingen In die zin beperkt dat slechts zwakalcoholische dranken mogen worden geschonken. (Artikel 25a Drank- en Horecawet). Dit heeft nimmer ter discussie gestaan en wordt nog steeds toegepast. Gedeeltelijk gekozen voor het volgende. Hoewel de Drank- en Horecawet het mogelijk maakt om prijsacties (happy hours) in de Horeca en prijsacties in slijterijen en supermarkten te beperken is enkel gekozen om in navolging van het convenant veilig uitgaan een verbod op happy hours op te nemen. In verband met prijsacties bij de detailhandel zijn geen concrete signalen bekend die een dergelijk verbod rechtvaardigen (Artikel 25d Drank- en Horecawet). Er is niet gekozen voor de mogelijkheid een leeftijdsgrens te stellen van 21 jaar voor de toegang tot bepaalde horecalokaliteiten en of bepaalde terrassen. Per 1 januari 2014 mag geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt onder de 18 jaar en zijn in het verleden geen ervaringen bekend met lokaliteiten of terrassen waarvoor een dergelijk verbod zou moeten gelden (artikel 25b Drank- en Horecawet). Daarnaast is er sprake van zelfregulering bij de horecabedrijven. Er is niet gekozen voor de mogelijkheid om bij bepaalde inrichtingen (winkels, warenhuizen),in delen van de gemeente of tijdsruimte verstrekking van alcohol te beperken. Dit bij voorzienbare gelegenheden. In de Bredase praktijk is er op dit moment geen behoefte gebleken aan een dergelijke structurele regeling (artikel 25c Drank- en Horecawet). Op basis van de nieuwe Drank- en Horecawet verplicht om bij verordening te regelen: Bij verordening regels stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen moeten voldoen ter voorkoming van oneerlijke mededinging. De gemeenteraad moet regelen De tijden waarop in de betrokken inrichtingen alcoholhoudende drank mag worden verstrekt. Daarnaast mag de gemeenteraad regelend optreden met betrekking tot het in die inrichtingen te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard zoals bruiloften en partijen alsmede te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn. Er kan in de verordening een onderscheid worden gemaakt per soort instelling sport of buurthuis) welke beperkingen gelden. En er kan per activiteit worden bepaald op welke tijden de alcohol mag worden verstrekt en of er, en zo ja hoe vaak er activiteiten gehouden mogen worden zoals de activiteiten van persoonlijke aard en activiteiten voor niet bij de rechtspersoon betrokken personen. Op basis van de oude Drank- en Horecawet gold er voor paracommerciële rechtspersonen een absoluut verbod op het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard met daarnaast een ontheffingsmogelijkheid. Van deze ontheffingsmogelijkheid is nimmer gebruik gemaakt. Op basis van de nieuwe Drank- en Horecawet kan de gemeenteraad een minder absoluut verbod in haar verordening vastleggen. De ontheffingsmogelijkheid is nog steeds opgenomen in de Drank- en Horecawet. Pilot 'horeca en wijkcentra". Parallel aan de ontwikkeling van de Drank- en Horeca verordening loopt vanuit de directie Ontwikkeling de pilot horeca en wijkcentra'. Doel van deze pilot is om te onderzoeken hoe wijkcentra met horeca hun exploitatie rond kunnen krijgen, zonder dat er sprake is van oneerlijke concurrentie met de markt of andere belanghebbenden. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 12