Gemeente Breda
w Raadsvoorstel
Registratienr: 41121]
5 A.J.A. van Dijk
6. H. Lotterman en J. Wirken
7. T. Rozendal en P.F.M. Ramakers
Inhoud zienswijzen
a. Loslaten bebouwd parkeren
In de oorspronkelijke ruimtelijke plannen voor het onderhavige plangebied was het de bedoeling de
auto's zoveel mogelijk uit het zicht te krijgen. Door dit nu los te laten is er geen sprake meer van een
hoge kwaliteit waarbij autovoorzieningen integraal onderdeel van de bebouwing zijn. Bovendien is de
capaciteit verlaagd van 2 naar 1,5 auto's per woning. De kans dat doordoor een tekort aan
parkeermogelijkheden ontstaat neemt daarmee toe. Bovendien is voor de nu voorgestane oplossing
meer bestrating nodig.
b. Loslaten afgebakende bouwvolumes
In het oorspronkelijke plan voor dit gebied is gestreefd naar een helder onderscheid tussen
bebouwing en groen. Uitgegaan werd van een rustige parkachtige leefomgeving door het tegengaan
gefragmenteerde tuinpercelen op straatniveau met alle bijbehorende bebouwing. Dit wordt met dit
plan geheel verlaten. De nieuwe parkeeroplossing creëert verder een nieuw probleem. Om het zicht
op het parkeren te verzachten worden heggen geplaatst als visuele afscheiding. Deze zijn weliswaar
groen maar zijn ook extra obstakels in de zichtlijnen naar de waterakkers.
Beoordeling
a.
De wijziging in het bestemmingsplan betreft het faciliteren van het parkeren op maaiveldniveau in de
achtertuin in plaats van onder de bebouwing (begane grond) zoals oorspronkelijk de bedoeling was.
Door de wijziging van het bestemmingsplan wordt in principe niet afgeweken van de oorspronkelijke
uitgangspunten van een woonwijk met auto's zoveel mogelijk uit het zicht. Er wordt nog steeds
gestreefd naar het zo weinig mogelijk parkeren in de openbare ruimte. De uitvoering van dit principe is
wel veranderd. De gewijzigde omstandigheden in de woningmarkt maken het niet mogelijk om het
oorspronkelijke plan, met parkeren onder de woningen, uit te voeren. Het parkeren is niet meer
integraal onderdeel van de bebouwing, maar wel van de private woonkavel.
In de herontwikkeling worden voor6 woningen 10 parkeerplaatsen gerealiseerd op privaatterrein Met
3 aanvullende parkeerplaatsen voor bewoners en\of bezoekers in de openbare ruimte komen we op
2,16 parkeerplaatsen per woning, daar waarde gemeentelijke parkeernorm 1,8 is. De 3
parkeerplaatsen in de openbare ruimte, komen aan de korte zijde van de bouwblokken, niet in de
open ruimte. De wijziging kan leiden tot iets meer geparkeerde auto s in de openbare ruimte, maar is
wat betreft aantallen zo beperkt dat dit geen afbreuk doet aan het landschappelijke karakter van de
wijk. De herziening zal tevens leiden tot iets meer verharding tussen de bouwblokken. Echter, de
toename van de verharding is dusdanig, dat de uitstraling van de groene scheggen niet wordt
aangetast. De zone blijft overwegend groen en open van uitstraling. Een deel van het te vervallen
groen wordt voorts gecompenseerd in de groene daken van de carport. Dit levert een bijdrage aan het
totale groene beeld, gezien het feit dat de aanliggende woningen (grotendeels) een woonkamer en
terras hebben die hoger is gelegen en dus zicht hebben op deze groene daken
b.
Het gewijzigde plan gaat nog steeds uit van helder afgebakende volumes en een duidelijke grens en
overgang van gebouw naar openbare ruimte. Aan de noordzijde staat het gebouw direct aan het
openbare pad en aan de zuidzijde vormt de carport met groen dak een heldere erfgrens. Een
eenduidige uitstraling van de carport voorkomt de vrees voor gefragmenteerde tuinpercelen of
erfafscheidingen. In lengterichting is de carport geleed door uniform uitgevoerde bergingen.
De groene hagen, ter visuele afscherming van de geparkeerde auto's gezien vanuit de woningen,
staan parallel aan de bebouwing in oost-west richting De zichtlijnen en openheid in het gebied zijn
ook vooral oost- west georiënteerd. Hierdoor zal de openheid van de groene zones worden
gegarandeerd en zullen de hagen niet als obstakel worden ervaren.
Conclusie
Deze zienswijzen ongegrond te verklaren
-5-