>&K< Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 40995]
mogelijk binnen het bouwvlak tot een maximum van 5000 m2. Alle andere vormen van
teeltondersteunende voorzieningen zijn bij alle bestemmingen onbeperkt binnen het bouwvlak mogelijk
Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn ook toegestaan buiten het bouwvlak. Binnen de
bestemming Agrarisch met waarden - natuur- en landschapswaarden zijn teeltondersteunende
voorziening alleen binnen het bouwvlak toegelaten. Er kan voor tijdelijke teeltondersteunende
voorzieningen binnen deze bestemming worden afgeweken van bovenstaande bouwbeperkingen mits kan
worden aangetoond dat er geen onevenredige effecten zijn op natuur en landschapswaarden
De effecten van realisatie van teeltondersteunende voorzieningen zijn deels vergelijkbaar met die van de
uitbreiding van de bestaande agrarische bedrijven (incl. glastuinbouw). Teeltondersteunende
voorzieningen worden over het algemeen nabij bestaande bedrijvigheid gerealiseerd. Lokaa hebben ze.
afhankelijk van omvang en hoogte effect op landschappelijke kwaliteiten, met name ruimtelijk visuele
kwaliteiten. Het effect is naar verwachting echter kleiner dan dat van uitbreidingen van agrarische
bedrijven en glastuinbouw Binnen de bestemmingen met landschappelijke en natuurwaarden wordt, het
effect op voorhand verder verkleind door de voorwaarden die hieraan verbonden zijn. Ook ter aanzien
van water zijn de effecten vergelijkbaar met, maar naar verwachting kleiner dan, die van uitbreiding van
bestaande agrarische bedrijven en glastuinbouw. Teeltondersteunende voorzieningen kunnen leiden tot
verharding dat gecompenseerd zal moeten worden in de vorm van retentie. Ook de afvoer van afvalwater
van teeltondersteunende voorzieningen vraagt, vergelijkbaar met glastuinbouw, aandacht bij verdere
uitwerking bij een aanvraag om omgevingsvergunning. Toetsing in het kader van de vergunningaanvraag
borqt dat geen wezenlijk negatieve effecten op de omgeving optreden. Feeltondersteunende
voorzieningen hebben over het algemeen minder effecten op natuurwaarden dan uitbreiding van
agrarische bedrijven en glastuinbouw. Bovendien geldt dat in gebieden met waarden de mogelijkheden
voor teeltondersteunende voorzieningen zijn beperkt en dat aangetoond moet worden dat er geen
wezenlijke effecten op natuur optreden. Ze ieiden niet tot extra uitstoot van stikstof en leiden daarmee
niet tot extra stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden en gebieden in het kader van de Wet ammoniak
en veehouderij. Op de overige aspecten hebben teeltondersteunende voorzieningen naar verwachting
qeen of niet wezenlijke effecten
De effecten van teeltondersteunende voorzieningen leiden niet tot aanpassing van de beoordelingen in
het milieueffectrapport maar sluiten aan passen in de effectbeoordelingen van de uitbreiding van
agrarische bedrijven en glastuinbouw 4
Binnen de extra uitbreidingsmogelijkheden tot 3 ha zit verder de beperking dat dit niet mag worden
qebruikt voor het oprichten van permanente kassen of tunneis. Het blijft in die gevallen beperk^ tot
andersoortige teeltondersteunende voorziening zoals containervelden en stellingen In de toelichting is
deze aanvulling ook toegevoegd.
Behandeling individuele zienswijzen.
1 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Inhoud zienswijze
a Thema Bevordering van de ruimtelijke kwaliteit
De kwaliteitsverbetering uit de Verordening ruimte wordt in het bestemmingsplan nog vormgegeven
middels een door de gemeente zelfontworpen Landschapsinvesteringsregeling gemeente Breda. Op
hoofdlijnen kan men hiermee instemmen. Op regionaai niveau wordt echter nog van gedachten
gewisseld over een aantal onderdelen hoe de kwaliteitsverbetering moet plaatsvinden. De definitieve
afsoraken hierover zullen in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) van juni 2013 worden
vastgesteld. Verzocht wordt bij de vaststelling van het plan de Landschapsinvestenngsregeling in
overeenstemming te brengen met de afspraken hierovei in het RRO
b, Retrospectieve toets.
Voor een.aantal locaties is onvoldoende inzage gegeven in de wijze waarop de bestemmings- en/or
functiewijzigingen zijn doorgevoerd. Het gaat om de locaties Rietdijk 4, Kettingdreef ongenummeid,
Hooqlaarsestraat 1 Strijpenseweg 2a, Boterbloemstraat (huisnummer onbekend), Lijsterpad en
oosten van nummer 1, Hooijdonkseweg 4, Rietdijk 6, Hooijdonkseweg 10, Hooijdonkseweg
ongenummerd, Werftseweg 1Biezenstraat 22, Hooijdonkseweg 6, Hooijdonkseweg 3b en de
Grintweg 5.
c. Thema Groenblauwe mantel.
Het bestemmingsplan geeft mogelijkheden voor nevenactiviteiten binnen de groenblauwe mantel, .n
de artikelen 3.4, 4.5 en 5.5 van de planregels ontbreekt de beperking van deze activiteiten tot de
milieucategorieën 1 en 2.
Op qrond van artikel 4 7 lid d kan via en wijzigingsbevoegdheid een agrarische bestemming worden
omgezet naar een agransch-technisch hulpbedrijf of agrarisch verwant bedrijf. Hierbij ontbreken
-3-