Gemeente Breda Raadsvoorstel Raadsvoorstel Registratienr: 40995] echter de voorwaarden als opgenomen in artikel 11.6 lid 1 van de Verordening ruimte. Deze regeling is nu in strijd met de Verordening ruimte. d. Thema intensieve veehouderij. In het plan is de omschakeling van bestaande intensieve veehouderijen naar een schapen- of geitenhouderij niet verboden. Dit is in strijd met de Verordening ruimte. Verzocht wordt dit algehele verbod tot 1 juni 2014 alsnog in het plan op te nemen. Voorts wordt verzocht in het plan een definitie voor schapen- en geitenhouderij toe te voegen aan artikel 1 en zodoende buiten twijfel te stellen dat deze tak wordt aangemerkt als een intensieve veehouderij. e. Thema niet agrarische ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied. Deze zienswijze heeft betrekking op de te verhogen windturbines in het plangebied. De meest noordelijke windturbine ligt in de nabijheid van de ecologische hoofdstructuur en onduidelijk is of er mogelijk sprake is van externe beïnvloeding (geluid) wat mogelijk een compensatie noodzake ijk maakt. Verzocht wordt hierover alsnog duidelijkheid te verschaffen De beperking van de oppervlakte van het vestigingsgeoied voor glastuinbouw schaadt net provinciale belang nu de peilers voor het glastuinbouwbeleid zijn gestoeld op de volgende drie peilei s. proiectvestigingsgebieden voor bovenregionale grootschalige en duurzame bedrijven, vestigingsgebieden om regionale mogelijkheden te bieden voor minder grootschalige nieuwvestig-ng en voldoende oerspectief voor bestaande bedrijven en doorgroeigebieden die lokaal perspectief bieden aan bestaande bedrijven. Door het verkleinen van het vestigingsgebied binnen het plangebied ten opzichte van het gebied, zoals dat in de Verordening ruimte is opgenomen, worden de mogelijkheden ernstig beperkt. Reclamante ziet in de Beleidslijn glastuinbouwgebied PrinsenbeeK, op basis waarvan de verkleining is gemotiveerd, weinig aanknopingspunten voor deze substantiële beperkinq van de vestigingsmogelijkheden. Het bevreemd reclamante dat nu ruimtelijke argumenten worden qebruikt voor verkleining, zoals waarden op het gebied van natuur, landschap, archeologie en attentiegebied EHS, terwijl deze ook in 2000, bij het opstellen van het bestemmingsplan Buitenqebied Prinsenbeek, aanwezig hadden moeten zijn geweest en toen niet hebben geleid or verkleining van dit gebied. Daarnaast hoeven volgens reclamante de natuurwaarden en et genoemde attentiegebied op een klein deel van het gebied de ontwikkeling van glastuinbouw niet in de weq te staan Bovendien is in het gebied al geruime tijd op diverse plaatsen sprake van bestaande qlastuinbouwbedrijven. Als de genoemde waarden inderdaad aanwezig zouden zijn zou de gemeente een visie en een plan van aanpak moeten opstellen om bestaande bedrijven en initiatiefnemers schadeloos te stellen en zo de kwaliteiten van het gebied te versterken Reclamanten bestrijden verder dat de verkleining van het vestigingsgebied niet in strijd zou zijn me de Verordening ruimte. Zij verwijzen hiervoor naar de toelichting. Verder refereert reclamante aan de afspraken die in 2005 met de gemeente zijn gemaakt over de ontwikkeling van glastuinbouw rond Breda welke zijn vastgelegd in het Uitwerkingsplan Stedelijke Regio Breda-Tilburg. Hieruit blijkt dat toen al een zorgvuldige afweging in dit kader is gemaakt. Zij bestrijden verder het gegeven dat er nog voldoende mogelijkheden voor vestiging van glastuinbouwbedrijven overblijft binnen het verkleinde vestiqingsgebied Volgens reclamante zou er sprake zijn van een verkleining van 25 /o van ihet vestigingsgebied en moet ook rekening worden gehouden met beperkingen binnen het gebied vanwege o.a. hoogspanningsleidingen, bewoning en versnippering van percelen Tenslotte bestrijdt reclamante dat er geen ontwikkelingen binnen de planperiode van het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek hebben plaatsgevonden en verwijst hierbij naar de olannen van de Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij die al jaren probeert twee glastuinbouwbedrijven binnen het vestigingsgebied onder te brengen. Bovendien is de crisis en de malaise iri de qlastuinbouwsector hier mede oorzaak van. In landelijk verband zou er voor gewaarschuwd worden qeen planologische ruimte verloren te laten gaan vanwege de verwachting dat de vraag naar vestigingsgebied voor glastuinbouw weer toe gaat nemen. Verzoeken het plan dan ook aan te passen aan het gestelde in de Verordening ruimte, q. Overige opmerkingen Op grond van artikel 20.3 kan er worden gebouwd binnen de bestemming Waterstaat. In de regels ontbreekt echter maximale maatvoering en de verplichting om bij nieuwe ontwikkelingen te voldoen aan de verplichte kwaliteitsverbetering In artikel 21.2 mag bestaande bebouwing worden gehandhaafd en ven/angen. Illegale bebouwing dient hiervan te worden uitgesloten. Beoordeling a. Thema bevordering van de ruimtelijke kwaliteit De Landschapsinvesteringsregeling gemeente Breda, die onderdeel uitmaakt van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Noord, is aangepast aan de regionale afspraken die in dit kader via -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 34