Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40995]
definitie gegeven van het begrip bestaande bebouwing Hierin is vastgelegd dat het dan om legaal tot
stand gekomen bebouwing moet gaan Een verdere aanscherping van het bepaalde in artikel 21
wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
Conclusie
Deze zienswijze voor wat betreft het gestelde onder a, b (deels), c en d gegrond te verklaren en voor
het overige ongegrond,
2 ZLTO Afdeling Breda
Inhoud zienswijzen
IWilieueffectrapport Buitengebied Noord.
Deze zienswijze richt zich met name tegen de passende beoordeling die als bijlage bij het genoemde
milieueffectrapport is gevoegd. Volgens reclamante zijn de uitkomsten in deze passende beoordeling
gebaseerd op verkeerde uitgangspunten om het maximale scenario van.de
ontwikkelingsmogelijkheden van de agrarische bedrijven te berekenen. Per ontwikkeling wordt dit in
de zienswijze nader toegelicht. Verzocht wordt dan ook de berekeningen met betrekking tot de
stikstofemissie opnieuw te laten uitvoeren en hiervoor de naar hun mening juiste uitgangspunten te
gebruiken. Verder verzoekt reclamante om de berekeningen per sector (glastuinbouw, veehouderij, en
biovergisting) in kaart te brengen en niet samen te voegen zodat op basis daarvan een transparant
en weloverwogen besluit genomen kan worden.
Bestemmingsplan
a.
Verzoeken in de begripsbepalingen een bepaling op te nemen voor 'overige teeltondersteunende
voorzieningen' waarmee voorzieningen als regenkappen, draden, boomteelthekken en vraatnetten
omschreven worden en het oprichten hien/an rechtstreeks mogelijk te maken in de regels.
b.
Verzoeken de regels in de artikelen 3 en 4 met betrekking tot het niet mogen bouwen voor de
uitbreiding van dieraantallen of glastuinbouwbedrijven uit de regels te halen vanwege het feit dat deze
zijn gebaseerd op ondeugdelijke berekeningen in de passende beoordeling. Hetzelfde geldt voor het
bepaalde voor wat betreft de afwijkingsmogelijkheden in dit kader in de artikelen 3.3 onder f, 4 3
onder f en 5 3 onder g, de wijzigingsbevoegdheden in dit kader in de artikelen 3.6 onder a en b, 4.7
onder a en 5.7 onder a, het bepaalde in artikelen 3.6 onder e en 4.7 onder d.
c.
Verzoeken de in de regels in de artikelen 3 t/m 5 opgenomen verplichting tot advisering van de
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen bij aanvragen voor gebouwen groter dan 500 m2 te
schrappen. Indieners vinden deze regel totaal overbodig, vrezen dat een dergelijke regel zal leiden tot
verhoging van de kosten en tot extra bureaucratie
d.
Verzoeken de maximumduur van tijdelijke huisvesting voor seizoensarbeiders in de artikelen 3 t/m 5
te verlengen tot maximaal 8 maanden vanwege verlenging van het teeltseizoen en
leveringszekerheid. Een dergelijke huisvesting moet ook gebruikt mogen worden voor werknemers
die op andere bedrijven werkzaam zijn.
e.
Verzoeken de maximale oppen/lakte aan gebouwen in de artikelen 3 t/m 5, die gebruikt mag worden
voor recreatieve voorzieningen in de vorm van bed en breakfast bij de agrarische bedrijven (max. 200
m2), gelijk te trekken met die van de bestemming Wonen (max 250 m2).
f.
Verzoeken de afwijking van de in het plan opgenomen hoogten binnen de artikelen 3 t/m 5 ook
mogelijk te maken ten behoeve van doelmatigheid in de agrarische bedrijfsvoering, klimaat,
constructie-eisen e.d..
9
Verzoeken de maximale hoogten voor kassen in de artikelen 3 t/m 5 te verhogen naar een
bouwhoogte van maximaal 9 en een nokhoogte van maximaal 10 meter ten behoeve van bijzondere
teeltvormen en zuinig ruimtegebruik.
h.
-8-