Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40995]
In de regels is de zorgplicht ruimtelijke kwaliteit wel degelijk doorvertaald. Deze staat echter verspreid
door de regels en is o.a. vormgegeven middels voorwaarden bij afwijkings- en
wijzigingsbevoegdheden. Ook de in het plan opgenomen Landschapsinvesteringsregeling gemeente
Breda, die bij bepaalde ontwikkelingen verplicht is gesteld, is hier een voorbeeld van.
q.
De vergroting van de bouwvlakken naar maximaal 3,5 ha als bedoeld in de artt 3.6, 4.7 en 5.7 is
bedoeld voor de uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven teneinde deze exploitabel te
houden. Hiermee is aangesloten op de regels van de provincie in de Verordening ruimte die bij
solitaire bedrijven maximaal 3 ha netto glas toestaan. Om ook een mogelijkheid te houden voor een
bedrijfswoning en andere bedrijfsbebouwing is gekozen voor een maximaal bouwvlak van 3,5 ha
waarbinnen maximaal 3 ha netto glas is toegestaan. Om tot deze uitbreiding te kunnen komen dient
verder aan de in het plan opgenomen voorwaarden te worden voldaan waarbij in ieder geval een
toets dient te worden gedaan ten aanzien van de aanwezige waarden. Naarmate de waarden
toenemen zal ook deze toets strenger worden. Overigens zijn binnen de bestemming Agrarisch met
waarden natuur en landschapswaarden geen bestaande glastuinbouwbedrijven aanwezig zodat het
binnen die bestemming in feite een lege regel is. In verband hiermee is deze mogelijkheid alsnog uit
artikel 5 verwijderd
r.
In het plan is een mogelijkheid opgenomen af te wijken van de in het plan opgenomen hoogtematen
Hieraan is echter wel de voorwaarde verbonden dat dit noodzakelijk moet zijn om aan wettelijke eisen
te kunnen voldoen. De gebruiksmogelijkheden van deze afwijkingsbevoegdheid zijn dus heel erg
beperkt en er zijn geen redenen deze te verlagen als door reclamanten bedoeld. Dit is overigens ook
niet mogelijk nu op basis van de bouwregels er al rechtstreeks gebouwd mag worden met een
goothoogte van 7 en een bouwhoogte van 10 meter Voor kassen is de bouwhoogte vastgesteld op 8
meter maximaal,
s.
In tegenstelling tot hetgeen in het ontwerp van het bestemmingsplan was opgenomen is het oprichten
van paardenbakken alleen nog gebonden aan een wijzigingsbevoegdheid onder voorwaarden indien
hiervoor het bouw- of bestemmingsvlak dient te worden aangepast. De wijzigingsbevoegdheid ter
vergroting van her bouw- en of bestemmingsvlak past binnen de systematiek van de Verordening
ruimte van de provincie De cnderbouwing hiervoor is opgenomen in dé toelichting op het plan en
geeft duidelijk de motivering waarom hiervoor is gekozen. Binnen het bouwvlak is het toegestaan om
verlichting te plaatsen bij de paardenbakken en wordt het meegenomen in de vergunningverlening
voor de bak voor zover hiervoor op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
vergunning vereist is. Vanwege strijd met de Verordening ruimte (verboden te bouwen buiten een
bouw- of Destemmingsvlak) is de mogelijkheid voor het bouwen van paardenbakken buiten het bouw-
of bestemmingsvlak alsnog uit het bestemmingsplan verwijderd,
t.
Permanente teeltondersteunende voorzieningen zijn op grond van het onderhavige bestemmingsplan
alleen maar mogelijk binnen het bouwvlak. Alle bestaande agrarische bedrijven binnen het gehele
plangebied, en dus binnen alle bestemmingen, hebben een bouwvlak en binnen de bouwvlak is het
toegestaan alle noodzakelijk voorzieningen te treffen voor de exploitatie van het bedrijf dus ook
permanente teeltondersteunende voorzieningen. Voor met name kassen als teeltondersteunende
voorziening is analoog aan het beleid van de provincie een beperking gesteld van maximaal 5000 m2.
Verder is in het plan binnen de bestemmingen "Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden -
landschappelijk' de vergroting van het bouwvlak mogelijk gemaakt om teeltondersteunende
voorzieningen, niet zijnde kassen of tunnels, mogelijk te maken. Te denken valt hierbij dan o.a. aan
stellingen voor de aardbeienteelt of containervelden bij de sierteelt. Vaak blijkt bij dit soort bedrijven
de oppervlakte van het betreffende bouwvlak, in het plan vastgelegd op maximaal 1,5 ha, vaak
onvoldoende mogelijkheden hiervoor te bieden terwijl dit voor een verantwoorde bedrijfsvoering wel
noodzakelijk zou zijn. Deze noodzakelijkheid dient echter wel aangetoond te zijn via een advies van
de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen en indien het vlak is gelegen binnen de agrarische
bestemming met waarden ook een toets ten aanzien van de aanwezige waarden wordt gedaan. Niet
wordt ingezien waarom dit in strijd met de Verordening ruimte zou zijn dan wel niet acceptabel. Verder
wordt niet ingezien waarom binnen de Groenblauwe mantel geen teeltondersteunde voorzieningen in
de vorm van kassen zou mogen. Verwijzend naar hoofdstuk 6 van de Verordening ruimte, waar in
artikel 6.4 lid 1 sub d. is bepaald dat gebouwen bijbehorende bouwwerken en andere permanente
voorzieningen ten behoeve van een grondgebonden agrarische bedrijf worden geconcentreerd in het
bouwvlak. Bovendien kunnen aan bestaande agrarische bedrijven bouwvlakken worden toegekend
met een oppen/lakte van maximaal 1,5 ha waarbinnen alle bebouwing mag worden gebouwd
-20-