Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40995]
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
7 H.J. Lensink
Inhoud zienswijze
a.
Heeft bezwaren tegen de mogelijkheden voor glastuinbouw in het bestemmingsplan. Dit zal ten koste
gaan van het leefgenot van reclamant. Deze kassen zullen het zonlicht reflecteren en de
geluidsoverlast van de A16 en van de bundel vracht-, passagiers- en hoge snelheidstreinen naar
onverwachte richtingen weerkaatsen. Ook de groene inpassing waartoe door de gemeente was
besloten komt in het ontwerp niet terug.
b.
Reclamant is van mening dat de burgers onvoldoende in de plannen zijn meegenomen. Er zal een
overweging gemaakt moeten worden ten behoeve van beide partijen Ook de burgers hebben
belangen in het gebied waarbij o.a. bijvoorbeeld gedacht moet worden aan de fiets- en wandelpaden
c.
Een verbetering van de landschapswaarden zit niet in het ontwerp. Wel worden landschapswaarden
afgevoerd zonder uitleg of argument net als natuurwaarden(kleine dieren) die zonder inventarisatie uit
het plan verdwijnen.
d.
Het gebruik van teeltondersteunende voorzieningen is doorgeslagen in dit ontwerp van het plan is de
mening van reclamant en is van mening dat dit moet worden teruggebracht naar het niveau van het
vigerende bestemmingsplan. Er kan te veel op te veel plaatsen.
e.
De intensieve veehouderij wordt volgens reclamant slecht behandeld in het plan. Eisen aan de
omgeving of voor wat betreft landschap en natuur worden niet gegeven. Mag dan echt alles?
f.
Reclamant vindt het plan om maximaal 40 arbeiders bij bedrijven te huisvesten zeer onredelijk Dit
kan voor ernstige problemen gaan zorgen. Waarom worden hiervoor geen mogelijkheden gecreëerd
in het dorp?
g
Reclamant is van mening dat in het plan ook de verlichting en uitstraling van kassen en
teeltondersteunende voorzieningen gereguleerd moet worden.
Beoordeling
a.
In de Verordening ruimte is door de provincie een gebied aangeduid waarbinnen de nieuwvestiging
van glastuinbouwbedrijven wordt voorgestaan. Ook het vigerende bestemmingsplan Buitengebied
Prinsenbeek gaf binnen dit gebied, via een wijzigingsbevoegdheid, al mogelijkheden tot de
nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven. Naar aanleiding van een discussie in de raad is op basis
van verschillende onderzoeken de Beleidslijn glastuinbouwgebied Prinsenbeek vastgesteld. Deze
beleidslijn bepaalt dat het in de Verordening ruimte aangewezen vestigingsgebied voor
glastuinbouwbedrijven verkleind moet worden. Verder is, ook analoog aan de Verordening ruimte, aan
de bestaande bedrijven ruimte geboden tot uitbreiding. Al deze ontwikkelingen zijn meegenomen in
de Milieueffectrapportage Buitengebied Noord en deze ontwikkelingen leiden alleen op het gebied
van de stikstofuitstoot tot een negatieve uitkomst. Er is dan ook geen aanleiding de regeling inzake
glastuinbouwbedrijven te herzien. Ten aanzien van de landschappelijke inpassing van de
glastuinbouwbedrijven wordt opgemerkt dat in het plan is opgenomen dat bij het toekennen van een
bouwvlak of uitbreiding van het bouwvlak voor glastuinbouw de Landschapsinvesteringsregeling
gemeente Breda, zoals die aan de regels van het plan is toegevoegd en die regelt in welke mate
landschappelijke inpassing moet plaatsvinden, moet worden voldaan
b.
Binnen een plan voor het buitengebied spelen vele belangen. Belangen van diverse ondernemers,
waaronder ook niet agrarische ondernemers, belangen inzake de natuur en het landschap maar ook
de belangen van burgers die in het buitengebied wonen. Met het onderhavige plan is getracht al deze
belangen zo goed als mogelijk te dienen. Het is niet altijd mogelijk in dit soort plannen het iedereen
volledig naar de zin te maken. Getracht is de ondernemers mogelijkheden te bieden hun bedrijven op
een verantwoorde manier voort te zetten maar daarbij ook de burgers, voor zover dit mogelijk is, te
ontzien. Dat dit niet altijd mogelijk is moge duidelijk zijn maar het is ten alle tijden het streven geweest.
c.
-23-